Einde inhoudsopgave
Voorontwerp Insolventiewet
Artikel 5.3.13 Renvooiprocedure
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2007
- Bronpublicatie:
01-11-2007, Internet 2007, www.justitie.nl (uitgifte: 01-11-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-11-2007, Internet 2007, www.justitie.nl (uitgifte: 01-11-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Algemeen
1.
In geval van betwisting beproeft de rechter-commissaris een schikking. Indien hij partijen niet kan verenigen, verwijst hij ze, voor zover het geschil niet reeds aanhangig is, naar een bij de rechtbank overeenkomstig de regels voor de dagvaardingsprocedure te voeren renvooiprocedure, onder vermelding van een roldatum waarop de zaak zal dienen, zonder dat daartoe een dagvaarding wordt vereist.
2.
Indien een behoorlijke afwikkeling van de boedel dat wenselijk maakt en de belangen van partijen daardoor niet onevenredig worden geschaad, kan de rechter-commissaris:
- a.
bepalen dat over de erkenning van de vordering in de insolventie door de rechtbank wordt beslist in afwijking van de uit de wet of een rechtshandeling voortvloeiende bevoegdheid van een andere rechter of van arbiters;
- b.
verwijzen naar een terechtzitting als bedoeld in de artikelen 87 en 88 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;
- c.
bepalen dat tegen de beslissing van de rechtbank geen hogere voorziening zal openstaan.
3.
Verschijnt de schuldeiser die de verificatie vraagt, op de bepaalde roldatum niet, dan wordt hij geacht zijn aanvraag te hebben ingetrokken. Verschijnt hij die de betwisting doet, niet, dan wordt hij geacht de betwisting te laten varen en erkent de rechter de vordering.
4.
Schuldeisers die op de verificatievergadering geen betwisting hebben gedaan, kunnen in het geding zich niet voegen noch tussenkomen.
5.
Wordt na verwijzing tussen partijen alsnog een schikking bereikt, dan wordt de vordering dienovereenkomstig erkend.