Einde inhoudsopgave
Regeling uitvoering GMO groenten en fruit 2018
Artikel 194
Geldend
Geldend vanaf 12-07-2018
- Bronpublicatie:
03-07-2018, Stcrt. 2018, 38579 (uitgifte: 11-07-2018, regelingnummer: WJZ/18055124)
- Inwerkingtreding
12-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-07-2018, Stcrt. 2018, 38579 (uitgifte: 11-07-2018, regelingnummer: WJZ/18055124)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Een producentenorganisatie kan de minister uiterlijk op 1 mei, 1 augustus of 1 november van enig jaar verzoeken om een betaling van het gedeelte van de subsidie dat overeenkomt met de reeds in het kader van het operationele programma bestede en nog niet aan de producentenorganisatie betaalde bedragen, bedoeld in artikel 12 van verordening 2017/892.
2.
Ter onderbouwing van het verzoek om gedeeltelijke betaling overlegt de producentenorganisatie de volgende bewijsstukken aan de minister:
- a.
een rapportage, met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld middel, over de bij het verzoek betrokken periode; en
- b.
een detailstaat declaratie.
3.
De producentenorganisatie laat een extern accountant een controle uitvoeren op de juistheid van de bedragen opgenomen in de bewijsstukken.
4.
De accountant stelt op basis van de door hem uitgevoerde controle een controleverklaring op, met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld model, alsmede een verslag van de verrichte werkzaamheden en waarmerkt de bewijsstukken.
5.
De bewijsstukken worden uiterlijk op de volgende data aan de minister overlegd:
- a.
eerste rapportage: 15 mei van het jaar waarop het verzoek om gedeeltelijke betaling betrekking heeft;
- b.
tweede rapportage: 15 augustus van het jaar waarop het verzoek om gedeeltelijke betaling betrekking heeft; en
- c.
derde rapportage: 15 november van het jaar waarop het verzoek om gedeeltelijke betaling betrekking heeft.
6.
Indien een uitgave afwijkt van de in het operationele programma opgenomen begroting voor een uitgavenpost voor een activiteit, wordt deze afwijking bij het verzoek om gedeeltelijke betaling voldoende gemotiveerd.
7.
Een verzoek om gedeeltelijke betaling wordt ten aanzien van overheadkosten als bedoeld in bijlage III, onderdeel 2, sub a, van verordening 2017/891, slechts gedaan voor het gedeelte van het forfait naar rato van de gerealiseerde uitgaven over de betrokken periode.