Einde inhoudsopgave
Regeling havenstaatcontrole 2011
Artikel 13c
Geldend
Geldend vanaf 21-11-2014
- Bronpublicatie:
03-11-2014, Stcrt. 2014, 29566 (uitgifte: 04-11-2014, regelingnummer: IENM/BSK-2014/217247)
- Inwerkingtreding
21-11-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-11-2014, Stcrt. 2014, 29566 (uitgifte: 04-11-2014, regelingnummer: IENM/BSK-2014/217247)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Indien een schip ingevolge artikel 13 van de wet niet kan uitvaren wegens ernstige of herhaalde inbreuk op de voorschriften van MLC 2006, met inbegrip van de rechten van zeevarenden, of indien de leef- en werkomstandigheden aan boord een duidelijk gevaar voor de veiligheid, de gezondheid of de bescherming van zeevarenden vormen, stellen de ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport de bevoegde instantie van de vlaggenstaat daarvan onverwijld in kennis.
2.
De ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport verzoeken de vlaggenstaat om een vertegenwoordiger, indien mogelijk, aan boord aanwezig te doen zijn om kennis te nemen van een ernstige of herhaalde inbreuk op de voorschriften van MLC 2006 als bedoeld in het eerste lid en binnen een daarbij aangegeven termijn daarover te antwoorden.
3.
De ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport brengen de betrokken Nederlandse organisaties van zeevarenden en reders onverwijld op de hoogte van een ernstige of herhaalde inbreuk op de voorschriften van MLC 2006 als bedoeld in het eerste lid.