Einde inhoudsopgave
Besluit effectenhandel
Artikel 12
Geldend
Geldend vanaf 01-05-1986
- Bronpublicatie:
04-04-1986, Stb. 1986, 164 (uitgifte: 15-04-1986, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-1986
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-04-1986, Stb. 1986, 165 (uitgifte: 01-01-1986, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
1.
Een ieder die in de uitoefening van het bedrijf gerechtigd zal zijn tot het beleggen van de middelen van het fonds waartoe de deelneming wordt opengesteld, dient ten minste twee volle jaren naar behoren werkzaam te zijn geweest als gemachtigde of bestuurder van een onderneming die het beheren van vermogen(s) tot bedrijf heeft en te beschikken over een in voornoemde periode opgedane relevante werkervaring, gelet op het voorgenomen beleggingsbeleid binnen het fonds.
2.
De aanvrager dient bij de aanvraag stukken over te leggen waaruit blijkt dat aan de vereisten van het eerste lid wordt voldaan.
3.
De aanvrager dient bij de aanvraag:
- a.
opgave te doen van naam, woonadres, datum en plaats van geboorte van een ieder die in de uitoefening van het bedrijf gerechtigd zal zijn tot het beleggen van de middelen van het fonds, alsmede van een ieder die ten aanzien van leiding en personeel van het bedrijf middellijk of onmiddellijk benoemings- en ontslagrecht heeft;
- b.
ten aanzien van elke onder a bedoelde persoon een door het bevoegde gezag afgegeven verklaring omtrent het gedrag over te leggen.