Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 1:118 [Elementen beloningsbeleid]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
25-05-2022, Stb. 2022, 220 (uitgifte: 13-06-2022, kamerstukken: 35514)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2022, Stb. 2022, 248 (uitgifte: 23-06-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Het beloningsbeleid van een financiële onderneming waarop artikel 3:17 van toepassing is, omschrijft de beloningscomponenten en beloningsstructuren die ertoe zouden kunnen bijdragen dat de onderneming meer risico’s neemt dan voor haar aanvaardbaar is, alsmede de te volgen procedures en maatregelen die dergelijke beloningscomponenten en beloningsstructuren voorkomen en beheersen. Het beloningsbeleid strookt met de resultaten, de financiële soliditeit, de bedrijfsstrategie, de doelstellingen, de waarden en de langetermijnbelangen van de onderneming en is in overeenstemming met, en draagt bij aan een degelijk en doeltreffend risicobeheer.
2.
Het beloningsbeleid omvat ten minste de volgende elementen:
- a.
de binnen de onderneming geldende passende verhoudingen tussen de vaste en variabele beloning;
- b.
de verhouding tussen de toegekende en uitgekeerde variabele beloning;
- c.
de samenstelling van de variabele beloning;
- d.
de criteria en prestaties waar de variabele beloning op wordt gebaseerd, waaronder de prestaties van een natuurlijk persoon werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid, het bedrijfsonderdeel en de onderneming;
- e.
hoe de beloningen binnen de onderneming zich verhouden tot de functie van de onderneming in de sector en de positie in de samenleving alsmede de wijze van totstandkoming van deze verhouding.
3.
Bij de beoordeling van de in het tweede lid, onderdeel d, bedoelde prestaties worden zowel financiële als niet-financiële criteria gehanteerd. De variabele beloning wordt voor ten minste 50% gebaseerd op niet-financiële criteria.