Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde verordening (EU) 2019/2124 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 wat betreft voorschriften voor officiële controles van zendingen van dieren en goederen bij doorvoer, overlading en verder vervoer door de Unie, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 798/2008, (EG) nr. 1251/2008, (EG) nr. 119/2009, (EU) nr. 206/2010, (EU) nr. 605/2010, (EU) nr. 142/2011 en (EU) nr. 28/2012, Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759, en Beschikking 2007/777/EG
Artikel 31 Monitoring van de aflevering van goederen aan vaartuigen die het grondgebied van de Unie verlaten
Geldend
Geldend vanaf 12-01-2020
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2021.
- Bronpublicatie:
29-10-2020, PbEU 2020, L 434 (uitgifte: 23-12-2020, regelingnummer: 2020/2190)
- Inwerkingtreding
12-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-10-2020, PbEU 2020, L 434 (uitgifte: 23-12-2020, regelingnummer: 2020/2190)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Douane (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Veterinair recht
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
De bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie of van het entrepot stellen de bevoegde autoriteit van de haven van bestemming via het Imsoc in kennis van de verzending van de in artikel 19 en artikel 23, lid 1, bedoelde zendingen van goederen en van hun plaats van bestemming.
2.
Exploitanten die verantwoordelijk zijn voor zendingen goederen als bedoeld in lid 1, mogen die zendingen in de haven van bestemming lossen voordat de zendingen worden afgeleverd bij het vaartuig dat het grondgebied van de Unie verlaat, mits zulks is toegestaan door en onder toezicht staat van de douaneautoriteit, en aan de leveringsvoorwaarden van de kennisgeving als bedoeld in lid 1 is voldaan.
3.
Zodra de zending goederen in haar geheel aan boord van het vaartuig is afgeleverd als bedoeld in lid 1, bevestigt de bevoegde autoriteit van de haven van bestemming of de vertegenwoordiger van de kapitein van het vaartuig de levering aan de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie of van het entrepot, door:
- a)
het in artikel 29, onder c), bedoelde officiële certificaat mede te ondertekenen, of
- b)
gebruik van elektronische middelen, waaronder Imsoc of bestaande nationale systemen.
4.
De in lid 3 bedoelde vertegenwoordiger of de exploitant die verantwoordelijk is voor de aflevering van de zendingen bij het vaartuig dat het grondgebied van de Unie verlaat, ondertekent het in lid 3, onder a), bedoelde officiële certificaat en retourneert het aan de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie of van het entrepot binnen 15 dagen na de datum waarop bij de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie of het entrepot toestemming is verleend voor de doorvoer.
5.
De bevoegde autoriteit van de haven van bestemming, de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie of de bevoegde autoriteit van de entrepot verifieert of de in lid 3 bedoelde bevestiging van de levering in het Imsoc is geregistreerd of dat de in lid 3, onder a), bedoelde medeondertekende documenten aan de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost van binnenkomst in de Unie of aan de bevoegde autoriteit van het entrepot zijn teruggezonden.