Regeling vordering tot stilhouden Belastingdienst/Caribisch Nederland
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Bronpublicatie:
01-12-2010, Stcrt. 2010, 19610 (uitgifte: 09-12-2010, regelingnummer: 5677200/10/6)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2010, Stb. 2010, 848 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Douane- en Accijnswet BES (16-12-2010, Stb. 846).
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Douane (V)
Accijns en verbruiksbelastingen / Accijns
1.
De vordering ten behoeve van de visitatie van een schip of een luchtvaartuig tot het doen vaart minderen, bijdraaien, stilhouden, naar een door hem aangewezen plaats overbrengen, aanleggen of landen en de motor buiten werking stellen, indien het schip of luchtvaartuig zich bevindt in zee, in een zeegat, in een haven, of op een meer, dan wel het luchtvaartuig zich bevindt op een luchthaven, wordt gedaan in duidelijke en op het schip of in het luchtvaartuig goed verstaanbare bewoordingen. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van radiotelefonie of een dergelijk hulpmiddel. Bij de vordering wordt meegedeeld dat deze wordt gedaan door de douane.
2.
De inspecteur die de vordering doet, dient, indien hij geen gebruik maakt van radiotelefonie of een dergelijk hulpmiddel en hij zich niet bevindt op een vaartuig of in een ander vervoermiddel van de Belastingdienst/Caribisch Nederland dat als zodanig kenbaar is, in uniform te zijn.
3.
Een vaartuig van de Belastingdienst/Caribisch Nederland is als zodanig kenbaar indien het een vlag voert met daarop duidelijk zichtbaar ‘DOUANE’ in witte letters of indien een op andere wijze op dat vaartuig aangebracht opschrift ‘DOUANE’ duidelijk zichtbaar is.
4.
De vordering, bedoeld in het eerste lid, kan in zee, in een haven, in een zeegat of op een meer vanaf een vaartuig van de Belastingdienst/Caribisch Nederland dat als zodanig kenbaar is, ook worden gedaan door middel van het door de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) vastgestelde en in het Internationaal Seinboek (Stcrt. 1969, 52) vermelde sein met de betekenis ‘U moet stoppen of bijdraaien. Ik zal bij u aan boord komen’.