Einde inhoudsopgave
Wet handhaving consumentenbescherming
Artikel 5.1 [Samenwerkingsprotocollen]
Geldend
Geldend vanaf 19-02-2020
- Bronpublicatie:
05-02-2020, Stb. 2020, 64 (uitgifte: 18-02-2020, kamerstukken: 35251)
- Inwerkingtreding
19-02-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-02-2020, Stb. 2020, 64 (uitgifte: 18-02-2020, kamerstukken: 35251)
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
1.
De Autoriteit Consument en Markt kan afspraken maken met:
- a.
Onze Minister van Financiën, voor wat betreft de Belastingdienst/FIOD;
- b.
Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, voor wat betreft de Inspectie Leefomgeving en Transport;
- c.
Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, voor wat betreft de Inspectie gezondheidszorg en jeugd;
- d.
andere in aanmerking komende Ministers.
2.
De Autoriteit Consument en Markt kan afspraken maken met het bevoegde gezag van:
- a.
de Stichting Autoriteit Financiële Markten;
- b.
het Commissariaat voor de Media;
- c.
de Nederlandse Zorgautoriteit;
- d.
het College van Procureurs-Generaal;
- e.
de Stichting Het Juridisch Loket;
- f.
de Kansspelautoriteit;
- g.
andere overheidsinstellingen.
3.
De afspraken bedoeld in het eerste lid en het tweede lid, onderdelen b tot en met f, worden vastgelegd in samenwerkingsprotocollen en hebben onder meer betrekking op:
- a.
effectief en doelmatig toezicht op en optreden tegen inbreuken;
- b.
consumentenvoorlichting;
- c.
de gemeenschappelijke activiteiten en verslaglegging, bedoeld in de artikelen 30, 31 en 37 van verordening 2017/2394.
4.
De afspraken bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, worden vastgelegd in een samenwerkingsprotocol en hebben betrekking op:
- a.
de uitleg van begrippen als bedoeld in artikel 4.3;
- b.
de samenwerking tussen de Stichting Autoriteit Financiële Markten en de Autoriteit Consument en Markt in de uitoefening van haar taak als het verbindingsbureau.
5.
De Autoriteit Consument en Markt doet mededeling van de samenwerkingsprotocollen in de Staatscourant.