Einde inhoudsopgave
Wet uitvoering antidopingbeleid
Artikel 6 Bevoegdheden
Geldend
Geldend vanaf 15-08-2023
- Bronpublicatie:
19-04-2023, Stb. 2023, 143 (uitgifte: 26-04-2023, kamerstukken: 36179)
- Inwerkingtreding
15-08-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-07-2023, Stb. 2023, 266 (uitgifte: 17-07-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Bestuur
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
1.
De Dopingautoriteit is ter uitvoering van het dopingcontroleproces bevoegd tot:
- a.
het beoordelen van verzoeken tot dispensatie, alsmede het verlenen van dispensatie;
- b.
het nemen van besluiten over de samenstelling van de topsportgroep;
- c.
het selecteren en aanwijzen van de personen bij wie lichaamsmonsters zullen worden afgenomen;
- d.
het afnemen, verzamelen en analyseren van lichaamsmonsters;
- e.
het beheren van de resultaten van het laboratoriumonderzoek;
- f.
het deelnemen aan tuchtrechtelijke procedures; en
- g.
het nemen van andere besluiten.
2.
Voorts is de Dopingautoriteit ter uitvoering van haar wettelijke taken bevoegd tot:
- a.
het verwerken van persoonsgegevens, waaronder gegevens over gezondheid;
- b.
het verzamelen en verwerken van verblijfsgegevens van de topsportgroep; en
- c.
het verstrekken van persoonsgegevens, waaronder gegevens over gezondheid, aan sportorganisaties ten behoeve van de uitvoering van het dopingcontroleproces.
3.
Onverminderd het elders in deze wet bepaalde is de Dopingautoriteit ter uitvoering van haar wettelijke taken bevoegd tot het verzamelen en verwerken van informatie uit openbare en andere bronnen, waaronder persoonsgegevens van sporters en van begeleiders van sporters als bedoeld in artikel 2, onderdeel 5, van het op 19 oktober 2005 tot stand gekomen Internationaal verdrag tegen doping in de sport (Trb. 2006, 194), die verband kunnen houden met mogelijke overtredingen van een dopingreglement.