Einde inhoudsopgave
Wet kabelbaaninstallaties
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-02-2020, Stb. 2020, 172 (uitgifte: 17-06-2020, kamerstukken: 34986)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Personenvervoer algemeen
1.
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
CE-markering: CE-markering als bedoeld in artikel 3, onderdeel 27, van de verordening;
conformiteitsbeoordelingsinstantie: ingevolge artikel 5 aangewezen instantie;
essentiële eisen: essentiële eisen, genoemd in bijlage II bij de verordening;
EU-conformiteitsverklaring: EU-conformiteitsverklaring als bedoeld in artikel 19 van de verordening;
kabelbaaninstallatie: kabelbaaninstallatie als bedoeld in artikel 3, onderdeel 1, van de verordening;
kabelbaanvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 20, eerste lid;
Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu;
subsysteem: subsysteem als bedoeld in artikel 3, onderdeel 2, van de verordening;
veiligheidscomponent: veiligheidscomponent als bedoeld in artikel 3, onderdeel 4, van de verordening;
verordening: Verordening (EU) nr. 2016/424 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende kabelbaaninstallaties en tot intrekking van Richtlijn 2000/9/EG (PbEU 2016, L 81);
verordening (EU) nr. 2019/1020:Verordening (EU) nr. 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011 (PbEU 2019, L 169).
2.
In deze wet wordt onder bouwen van een kabelbaaninstallatie mede verstaan: vernieuwen, veranderen of vergroten van een kabelbaaninstallatie waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet is vereist.