Einde inhoudsopgave
Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2022
Artikel 2.1 Kennismigranten, onderzoekers, artsen in opleiding en gastdocenten
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
29-11-2023, Stcrt. 2023, 33542 (uitgifte: 05-12-2023, regelingnummer: 2023-0000560733)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2023, Stcrt. 2023, 33542 (uitgifte: 05-12-2023, regelingnummer: 2023-0000560733)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Arbeidsmarktbeleid en -bemiddeling
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
1.
Het verbod is niet van toepassing met betrekking tot een vreemdeling die rechtmatig in Nederland verblijft op grond van artikel 8, onderdelen a, b, d, e, k of l, van de Vreemdelingenwet 2000 of een vreemdeling die in het bezit is van een machtiging tot voorlopig verblijf die overeenkomt met het verblijfsdoel ‘kennismigrant’ waarvoor een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000 is aangevraagd en die:
- a.
als kennismigrant als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 in Nederland wordt tewerkgesteld op basis van een arbeidsovereenkomst of een ambtelijke aanstelling en:
- 1°
van wie het overeengekomen vaste, naar tijdruimte en in geld vastgestelde loon als vergoeding voor zijn arbeid dat hij van de werkgever ontvangt, indien hij de leeftijd van dertig jaar niet heeft bereikt, ten minste € 3.909 per maand bedraagt, waartoe niet wordt gerekend de door de werkgever te betalen vakantiebijslag, dan wel indien hij dertig jaar of ouder is, ten minste € 5.331 per maand bedraagt, waartoe niet wordt gerekend de door de werkgever te betalen vakantiebijslag; of
- 2°
die voldoet aan de voorwaarden voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking ‘het zoeken naar en verrichten van arbeid al dan niet in loondienst’ op grond van artikel 3.42 van het Vreemdelingenbesluit 2000 en van wie het overeengekomen vaste, naar tijdruimte en in geld vastgestelde loon als vergoeding voor zijn arbeid dat hij van de werkgever ontvangt, ten minste € 2.801 per maand bedraagt, waartoe niet wordt gerekend de door de werkgever te betalen vakantiebijslag;
- b.
in Nederland wordt tewerkgesteld in het kader van het doen van wetenschappelijk onderzoek bij een bekostigde of aangewezen onderwijsinstelling of een van overheidswege direct of indirect, geheel of gedeeltelijke bekostigde of gesubsidieerde onderzoeksinstelling;
- c.
in Nederland wordt tewerkgesteld als arts in opleiding tot specialist aan een door de Medisch Specialisten Registratie Commissie, de Sociaal-Geneeskundigen Registratie Commissie of de Huisarts en Verpleeghuisarts Registratie Commissie aangewezen opleidingsinstituut; of
- d.
als gastdocent onder de beperking ‘arbeid als kennismigrant’ als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 in Nederland wordt tewerkgesteld bij een universiteit, hogeschool of instelling voor hoger internationaal onderwijs die erkende referent is als bedoeld in artikel 1, onder t, van de Vreemdelingenwet 2000 en die beschikt over een gastovereenkomst met de vreemdeling, of bij een onderzoeksinstelling die gelieerd is aan of werkzaam is op het terrein van een universiteit, hogeschool of instelling voor hoger internationaal onderwijs, die erkende referent is en die beschikt over een gastovereenkomst met de vreemdeling.
2.
Het eerste lid is van toepassing indien de werkgever door Onze Minister van Justitie en Veiligheid krachtens artikel 2c van de Vreemdelingenwet 2000 is erkend als referent ten behoeve van het verblijf van vreemdelingen die in Nederland verblijven of willen verblijven voor het verrichten van arbeid in loondienst, als kennismigrant of voor onderzoek in de zin van richtlijn (EU) 2016/801 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van derdelanders met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, scholierenuitwisseling, educatieve projecten of au-pairactiviteiten (herschikking) (PbEU 2016, L 132).
3.
Het verbod is eveneens niet van toepassing met betrekking tot een vreemdeling die arbeid verricht als bedoeld in het eerste lid, onder a, b, c of d, en daarnaast arbeid als zelfstandige verricht.
4.
In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder a, blijft het verbod van toepassing met betrekking tot de vreemdeling die:
- a.
werkzaam is als beroepssporter in het betaald voetbal;
- b.
werkzaam is als geestelijke; of
- c.
werkzaamheden als bedoeld in artikel 8.1 verricht.
5.
De in het eerste lid, onder a, genoemde bedragen worden jaarlijks met ingang van 1 januari gewijzigd met het percentage waarmee het indexcijfer van de CAO-lonen over de maand oktober daaraan voorafgaand, gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek, afwijkt van het indexcijfer waarop de laatste vaststelling van de bedragen is gebaseerd. De gewijzigde bedragen worden door of namens Onze Minister medegedeeld in de Staatscourant.
6.
Het loon, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder a, is ten minste marktconform als bedoeld in artikel 3.30a van het Vreemdelingenbesluit 2000 en wordt door de werkgever over een periode van ten hoogste een maand, bijgeschreven op een bankrekening, bestemd voor girale betaling, op naam van de vreemdeling.