Einde inhoudsopgave
Besluit algemene rechtspositie politie
Artikel 56
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2020
- Bronpublicatie:
16-07-2020, Stb. 2020, 287 (uitgifte: 24-07-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-07-2020, Stb. 2020, 287 (uitgifte: 24-07-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De verstrekking van uniformkleding, die door het bevoegd gezag is aangewezen aan de aspirant, de ambtenaar in opleiding, de ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, de ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie en de vrijwillige ambtenaar, geschiedt door de zorg van het bevoegd gezag. De verstrekking van uniformkleding geschiedt kosteloos. Onze Minister kan ter zake van de verstrekking van uniformkleding nadere regels vaststellen, alsmede ter zake van het onderhoud van uniformkleding regels vaststellen.
2.
De verstrekking van dienstkleding, die door het bevoegd gezag is aangewezen aan de aspirant, de ambtenaar in opleiding, de ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, de ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie en de vrijwillige ambtenaar, geschiedt door de zorg van het bevoegd gezag. De verstrekking van dienstkleding geschiedt kosteloos. Onze Minister kan ter zake van de verstrekking van dienstkleding nadere regels vaststellen, alsmede ter zake van het onderhoud van dienstkleding regels vaststellen.
3.
De ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, is verplicht het uniform en de onderscheidingstekenen te dragen, voor zover dit voor hem voorgeschreven is.
4.
Het buiten dienst gekleed gaan in uniform is geoorloofd, behalve tijdens het vervullen van een nevenbetrekking of bij het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van derden, in welke vorm dan ook. Van dit verbod kan alleen ten aanzien van uit de openbare kas bezoldigde ambten door Onze Minister ontheffing worden verleend.