Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed
Artikel 6 [Omvang van toetsing]
Geldend
Geldend vanaf 24-08-1975
- Bronpublicatie:
01-06-1970, Trb. 1979, 131 (uitgifte: 06-09-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
24-08-1975
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-06-1970, Trb. 1979, 131 (uitgifte: 06-09-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
1.
Wanneer de gedaagde in het geding is verschenen, zijn de autoriteiten van de Staat waar de erkenning van een echtscheiding of van een scheiding van tafel en bed wordt ingeroepen, gebonden aan de vaststelling van de feiten waarop de bevoegdheid was gegrond.
2.
De erkenning van de echtscheiding of de scheiding van tafel en bed kan niet worden geweigerd op grond dat:
- a)
hetzij de interne wet van de Staat waar deze erkenning wordt ingeroepen, echtscheiding dan wel scheiding van tafel en bed op grond van dezelfde feiten niet toelaat;
- b)
hetzij een andere wet is toegepast dan die welke volgens de regels van het internationaal privaatrecht van die Staat toepasselijk is.
3.
Onder voorbehoud van het onderzoek dat voor de toepassing van andere bepalingen van dit Verdrag nodig kan zijn, mogen de autoriteiten van de Staat waar de erkenning van een echtscheiding of een scheiding van tafel en bed wordt ingeroepen, niet de gronden van de beslissing in hun onderzoek betrekken.