Einde inhoudsopgave
Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten
Artikel 3:11 Buiten aanmerking laten van arbeidsongeschiktheid
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing met vernummering van de artikelen in 1:1 t/m 8:12 en vernummering van de verwijzingen in de artikelen. Voorheen art. 10.
- Bronpublicatie:
22-12-2009, Stb. 2009, 582 (uitgifte: 30-12-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
03-12-2009, Stb. 2009, 580 (uitgifte: 30-12-2009, kamerstukken: 31780)
- Inwerkingtreding
01-01-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2009, Stb. 2009, 582 (uitgifte: 30-12-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
15-12-2009, Stb. 2009, 581 (uitgifte: 30-12-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Algemeen
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Uitkeringsvoorwaarden
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Uitkeringshoogte
1.
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan met betrekking tot uit deze wet voortvloeiende aanspraken geheel of ten dele, tijdelijk of blijvend, buiten aanmerking laten:
- a.
gehele arbeidsongeschiktheid die bestond op de dag dat een persoon ingezetene werd;
- b.
arbeidsongeschiktheid, die is ingetreden binnen een half jaar na het tijdstip waarop een persoon ingezetene werd, terwijl de gezondheidstoestand van die persoon op dat tijdstip het intreden van de arbeidsongeschiktheid binnen een half jaar kennelijk moest doen verwachten;
- c.
arbeidsongeschiktheid die bestond op de eerste dag dat een persoon studerende was als bedoeld in artikel 1:4, eerste lid;
- d.
arbeidsongeschiktheid, die is ingetreden binnen een half jaar na het tijdstip waarop een persoon studerende werd, terwijl de gezondheidstoestand van die persoon op dat tijdstip het intreden van de arbeidsongeschiktheid binnen een half jaar kennelijk moest doen verwachten.
2.
De in het eerste lid, onderdeel b en d, bedoelde bevoegdheid strekt zich mede uit tot de toeneming van de arbeidsongeschiktheid, voorzover deze toeneming kennelijk is voortgekomen uit dezelfde oorzaak als de arbeidsongeschiktheid die binnen een half jaar na aanvang van het ingezetenschap danwel na aanvang van de studie is ingetreden.
3.
Het eerste en tweede lid blijven buiten toepassing ten aanzien van de jonggehandicapte indien hij op de dag dat hij ingezetene werd jonger was dan 17 jaar en hij gedurende de zes jaren onmiddellijk voorafgaande aan de dag waarop hij 17 jaar wordt ingezetene is geweest.
4.
Zolang het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op grond van het eerste of tweede lid arbeidsongeschiktheid buiten aanmerking laat, vindt artikel 3:1, tweede lid, overeenkomstige toepassing met betrekking tot de door de jonggehandicapte aan deze wet nog te ontlenen aanspraken, met dien verstande, dat voor de in het eerste lid bedoelde dag of tijdstip in de plaats treedt de dag met ingang waarvan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen arbeidsongeschiktheid buiten aanmerking laat.