Einde inhoudsopgave
Wet lokaal spoor
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 30-06-2021
- Bronpublicatie:
26-05-2021, Stb. 2021, 286 (uitgifte: 18-06-2021, kamerstukken: 35664)
- Inwerkingtreding
30-06-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-06-2021, Stb. 2021, 306 (uitgifte: 29-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
Vervoersrecht / Railvervoer
1.
Deze wet is van toepassing op lokale spoorwegen.
2.
Indien de interoperabiliteitsrichtlijn, de spoorveiligheidsrichtlijn of richtlijn 2012/34/EU vanwege het toepassingsgebied van de desbetreffende richtlijn geheel of gedeeltelijk van toepassing is op een lokale spoorweg, worden, voor zover dit voor een goede toepassing van deze richtlijn nodig is, bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels gesteld. Deze regels kunnen in ieder geval strekken tot:
- a.
het geheel of gedeeltelijk buiten toepassing laten van het bij of krachtens deze wet bepaalde op de desbetreffende lokale spoorweg;
- b.
het geheel of gedeeltelijk van toepassing verklaren van het bij of krachtens de Spoorwegwet bepaalde op de desbetreffende lokale spoorweg.
3.
Een lokale spoorweg is uitgesloten van de reikwijdte van een richtlijn genoemd in het tweede lid, indien de desbetreffende richtlijn deze mogelijkheid biedt, tenzij bij of krachtens algemene maatregel van bestuur anders is bepaald.
4.
Tenzij bij of krachtens deze wet anders is bepaald, zijn bestuurders op een lokale spoorweg vrijgesteld van de uitvoeringsmaatregelen bij richtlijn 2007/59/EG.