Wet verhoging daglonen WAO, WWV en WW
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 03-06-1986. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-1985
- Bronpublicatie:
01-05-1987, Stb. 1987, 242 (uitgifte: 02-06-1987, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 19632 Overheid.nl: 19632)
- Inwerkingtreding
03-06-1986, terugwerkend tot: 01-01-1985
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-05-1987, Stb. 1987, 242 (uitgifte: 02-06-1987, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 19632Overheid.nl: 19632)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid werkloosheid / Algemeen
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Algemeen
1.
De daglonen welke ten grondslag liggen aan uitkeringen ingevolge de WAO en de WWV die zijn ingegaan na 31 december 1983, doch vóór 1 januari 1985 en die zijn gebaseerd op loon uit hoofde van een dienstbetrekking
- a.
terzake waarvan de Wet salarisverlaging overheidspersoneel 1984 (Stb. 1983, 660) toepassing heeft gevonden,
- b.
in de zin van de Wet Sociale Werkvoorziening (Stb. 1967, 687), dan wel
- c.
bij een werkgever voor wie op de dag waarop het recht op uitkering ontstond een aanwijzing krachtens de Tijdelijke Wet Arbeidsvoorwaarden collectieve sector (Stb. 1982, 453) gold,
worden verhoogd door vermenigvuldiging met de factor 100/97.
2.
De daglonen welke ten grondslag liggen aan uitkeringen ingevolge de WW die zijn ingegaan vóór 1 januari 1985 en die zijn gebaseerd op loon uit hoofde van een in het eerste lid bedoelde dienstbetrekking, worden verhoogd door vermenigvuldiging met de factor 100/97.
3.
Het eerste en het tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op de daglonen die zijn gebaseerd op loon uit hoofde van een in het eerste lid bedoelde dienstbetrekking en die aan de uitkeringen ingevolge de WWV en de WW ten grondslag zouden hebben gelegen indien aan deze uitkeringen niet het minimumdagloon, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de WWV, onderscheidenlijk artikel 12a, derde lid, van de WW, ten grondslag was gelegd.