Einde inhoudsopgave
Wet strategische diensten
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 07-07-2022
- Bronpublicatie:
22-06-2022, Stb. 2022, 279 (uitgifte: 06-07-2022, kamerstukken: 35904)
- Inwerkingtreding
07-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-06-2022, Stb. 2022, 279 (uitgifte: 06-07-2022, kamerstukken: 35904)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 6, eerste tot en met vierde lid, 8, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, en 27, tweede en derde lid, van de Verordening producten voor tweeërlei gebruik.
2.
Onze Minister is de bevoegde autoriteit, bedoeld in de artikelen 6, eerste tot en met vierde lid, 8, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, 13, eerste, derde en vierde lid, en 16, eerste, tweede en vierde lid, van de Verordening producten voor tweeërlei gebruik.
3.
Het is verboden zonder vergunning van Onze Minister tussenhandeldiensten als bedoeld in artikel 2, zevende lid, van de Verordening producten voor tweeërlei gebruik te verlenen indien:
- a.
deze betrekking hebben op goederen voor tweeërlei gebruik die niet zijn genoemd in bijlage I van deze verordening, en
- b.
de tussenhandelaar door Onze Minister ervan in kennis is gesteld dat de goederen voor tweeërlei gebruik, bedoeld in onderdeel a, geheel of gedeeltelijk bestemd zijn of kunnen zijn voor één van de doeleinden, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van deze verordening.
4.
Het is verboden zonder vergunning van Onze Minister tussenhandeldiensten als bedoeld in artikel 2, zevende lid, van de Verordening producten voor tweeërlei gebruik te verlenen indien:
- a.
deze betrekking hebben op goederen voor tweeërlei gebruik, en
- b.
de tussenhandelaar door Onze Minister ervan in kennis is gesteld dat de goederen voor tweeërlei gebruik geheel of gedeeltelijk bestemd zijn of kunnen zijn voor militair eindgebruik in een land van bestemming als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van deze verordening.
5.
Als een tussenhandelaar ervan op de hoogte is dat de goederen voor tweeërlei gebruik, bedoeld in het derde lid, onderdeel a, of vierde lid, onderdeel a, waarvoor hij voornemens is tussenhandeldiensten te verlenen, geheel of gedeeltelijk bestemd zijn voor één van de voor doeleinden, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van de Verordening producten voor tweeërlei gebruik of voor militair eindgebruik in een land van bestemming als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van deze verordening, deelt hij dit mede aan Onze Minister.