Wijzigingswet Wet op de inkomstenbelasting, enz. (herziening regime ter zake van winst uit aanmerkelijk belang, consumptieve rente en vermogensbelasting)
Artikel XIII
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1997
- Bronpublicatie:
13-12-1996, Stb. 1996, 652 (uitgifte: 01-01-1996, kamerstukken: 24761)
- Inwerkingtreding
01-01-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-1996, Stb. 1996, 652 (uitgifte: 01-01-1996, kamerstukken: 24761)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
1.
De bepalingen welke ingevolge artikel I, onderdeel L vervallen, blijven van toepassing ten aanzien van de belastingplichtige met betrekking tot de door hem op 31 december 1996 bezeten aandelen welke een aanmerkelijk belang vormen in de zin van artikel 39 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 zoals dat luidde op die datum en welke aandelen na de inwerkingtreding van deze wet op grond van het bepaalde in artikel 20a van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 geen aanmerkelijk belang meer vormen. De desbetreffende winst uit aanmerkelijk belang wordt belast op de voet van artikel 57b van de Wet op de inkomstenbelasting 1964.
2.
Het ingevolge artikel I, onderdeel M vervallen artikel 44c van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 blijft van toepassing met betrekking tot aandelen die na 31 december 1996 worden ingekocht en op die datum voldeden aan de in dat artikel gestelde criteria, mits die aandelen niet behoren tot een aanmerkelijk belang als bedoeld in artikel 20a van de Wet op de inkomstenbelasting 1964.
3.
In afwijking in zoverre van artikel 60, eerste lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 wordt ter zake van een verlies uit aanmerkelijk belang niet meer verrekend dan een bedrag van 20 percent daarvan indien en voor zover dat verlies het gevolg is van ontbinding van een overeenkomst ter zake waarvan de belastingplichtige voor de inwerkingtreding van deze wet winst uit aanmerkelijk belang heeft behaald.
4.
De bepalingen welke ingevolge artikel IV, onderdelen A en B, worden gewijzigd, blijven van toepassing met betrekking tot belastingaanslagen bij de vaststelling waarvan artikel 40b van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 of artikel 48, vierde lid, laatste volzin, van die wet, zoals die luidden op 31 december 1996, toepassing heeft gevonden.