Eindejaarsbesluit 2023
Artikel XVI
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 511 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 511 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
1.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2024, met dien verstande dat:
- a.
artikel I, onderdeel B, onder 2, subonderdelen a, b en c, terugwerkt tot en met 1 januari 2023;
- b.
artikel I, onderdeel B, onder 2, subonderdeel d, terugwerkt tot en met 28 september 2023;
- c.
artikel I, onderdeel B, onder 2, subonderdeel e, terugwerkt tot en met 11 juli 2022;
- d.
artikel I, onderdeel B, onder 2, subonderdelen f en h, terugwerkt tot en met 1 juli 2023;
- e.
artikel I, onderdeel I, en artikel II, onderdeel B, terugwerken tot en met 1 januari 2018;
- f.
het in artikel II, onderdeel B, opgenomen artikel 10ei, vierde tot en met zevende lid, van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 voor het eerst toepassing vindt met betrekking tot een beschikking als gevolg van een verzoek om toepassing of voortgezette toepassing van de bewijsregel die op of na 1 januari 2024 is vastgesteld;
- g.
artikel II, onderdeel C, terugwerkt tot en met 25 maart 2022;
- h.
artikel XI, onderdeel C, terugwerkt tot en met 1 juli 2023;
- i.
artikel XIII terugwerkt tot en met 30 juni 2015;
2.
In afwijking van het eerste lid treedt artikel I, onderdeel D, in werking op het tijdstip waarop artikel II, onderdeel V, van de Wet toekomst pensioenen in werking treedt.
3.
In afwijking van het eerste lid treedt artikel III in werking met ingang van de dag die is gelegen acht weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt:
- a.
artikel III, onderdeel A, terug tot en met 1 januari 2024; en
- b.
artikel III, onderdeel B, terug tot en met 1 januari 2022.