Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Portugal
Artikel 31
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1981
- Bronpublicatie:
19-07-1979, Trb. 1979, 172 (uitgifte: 18-12-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1981
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-12-1980, Trb. 1980, 203 (uitgifte: 01-01-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
De werkloze die, met inachtneming van de artikelen 29 en 30, aan de in de wetgeving van een der Verdragsluitende Partijen gestelde voorwaarden voor het recht op uitkeringen voldoet en die zijn woonplaats naar het grondgebied van de andere Partij overbrengt, wordt geacht eveneens aan de in de wetgeving van de laatstbedoelde Partij gestelde voorwaarden voor het recht op uitkeringen te voldoen.
2.
Hij heeft, voor rekening van het orgaan van het land waar hij laatstelijk gewerkt heeft, recht op uitkeringen ingevolge de wetgeving van het land van zijn nieuwe woonplaats, gedurende ten hoogste een tijdvak niet langer dan het tijdvak, gedurende welke hij krachtens de wetgeving van dat land recht op uitkeringen zou hebben gehad, op voorwaarde dat hij binnen 30 dagen na de overbrenging van zijn woonplaats een verzoek bij het orgaan van zijn nieuwe woonplaats indient.
3.
De krachtens het vorige lid verleende uitkeringen worden door het orgaan van het land waar hij laatstelijk gewerkt heeft, vergoed. De wijze van vergoeding wordt in een administratief akkoord vastgesteld.