Einde inhoudsopgave
Reglement op de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Orde van Oranje-Nassau
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 15-04-1996. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-08-1995
- Bronpublicatie:
05-02-1996, Stb. 1996, 89 (uitgifte: 01-01-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
15-04-1996, terugwerkend tot: 01-08-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-02-1996, Stb. 1996, 89 (uitgifte: 01-01-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
De uit te reiken onderscheidingstekens zijn voor de onderscheiden graden van:
- a.
Ridder Grootkruis:
- 1°
het versiersel waarvan het kruis een diameter heeft van 60 millimeter, hangende aan het lint, opgemaakt in de vorm van een sjerp, die wordt gedragen van de rechterschouder naar de linkerheup. Het lint voor mannen is 101 millimeter en voor vrouwen 68 millimeter breed;
- 2°
de ster, bestaande uit het versiersel zonder kroon met een diameter van 73 millimeter, bevestigd op een achtpuntige, uit achtenveertig stralen bestaande, licht bolvormige gouden ster met een diameter van 85 millimeter. De stralen van de ster zijn om en om geschubd en alle aan de uiteinden geknopt. De ster wordt direct boven het middel gedragen op de linkerzijde van de kleding. De ster en het onder 1° bedoelde onderscheidingsteken worden uitsluitend tezamen gedragen;
- 3°
het draagteken, zijnde het in rozetvorm opgemaakte lint waarachter een balk van goudgalon is bevestigd. Het geheel is bevestigd op een strik. Het draagteken wordt gedragen in plaats van de onder 1° en 2° genoemde onderscheidingstekens.
- b.
Commandeur:
- 1°
het versiersel waarvan het kruis een diameter heeft van 60 millimeter, hangende aan het lint, dat door mannen om de hals en door vrouwen opgemaakt in de vorm van een strik op borsthoogte op de linkerzijde van de kleding wordt gedragen. Het lint is voor mannen 55 millimeter en voor vrouwen 37 millimeter breed;
- 2°
de ster, bestaande uit het versiersel waarvan het kruis een diameter heeft van 79 millimeter, dat direct boven het middel wordt gedragen op de linkerzijde van de kleding. De ster en het onder 1° bedoelde onderscheidingsteken worden uitsluitend tezamen gedragen;
- 3°
het draagteken, zijnde het in rozetvorm opgemaakte lint, waarachter een balk van zilvergalon is bevestigd. Het geheel is bevestigd op een strik. Het draagteken wordt gedragen in plaats van de onder 1° en 2° genoemde onderscheidingstekens.
- c.
Ridder:
- 1°
het versiersel waarvan het kruis een diameter heeft van 46 millimeter, hangende aan het lint, dat op borsthoogte wordt gedragen op de linkerzijde van de kleding. Het lint voor mannen is 37 millimeter breed. Het lint voor vrouwen is 27 millimeter breed en is opgemaakt in de vorm van een strik;
- 2°
het draagteken, opgemaakt in de vorm van een strik. Het wordt gedragen in plaats van het onder 1° genoemde onderscheidingsteken.