Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 17 Pensioenen, lijfrenten en socialezekerheidsuitkeringen
Geldend
Geldend vanaf 31-07-2022
- Redactionele toelichting
Deze wijziging is van toepassing: a. in Nederland: voor belastingjaren en -tijdvakken die aanvangen op of na 1 januari van het kalenderjaar volgend op het jaar waarin deze wijziging in werking is getreden; b. in de Bondsrepubliek Duitsland: aa. in het geval van belastingen geheven aan de bron, ter zake van bedragen betaald op of na 1 januari van het kalenderjaar volgend op het jaar waarin deze wijziging in werking treedt; bb in het geval van andere belastingen, ter zake van belastingen geheven over tijdvakken beginnend op of na 1 januari van het kalenderjaar volgend op het jaar waarin deze wijziging in werking treedt.
- Bronpublicatie:
24-03-2021, Trb. 2021, 43 (uitgifte: 07-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
31-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2022, Trb. 2022, 61 (uitgifte: 12-07-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 18, tweede lid, zijn pensioenen en andere soortgelijke beloningen betaald aan een inwoner van een verdragsluitende staat alsmede lijfrenten betaald aan een inwoner van een verdragsluitende staat slechts in die staat belastbaar. Pensioenen en andere uitkeringen betaald krachtens de bepalingen van een socialezekerheidsstelsel van een verdragsluitende staat aan een inwoner van de andere verdragsluitende staat zijn slechts in die andere staat belastbaar.
2.
Niettegenstaande de bepalingen van het eerste lid, mag een pensioen of andere soortgelijke beloning, alsmede een lijfrente of een pensioen betaald krachtens de bepalingen van een socialezekerheidsstelsel van een verdragsluitende staat (socialezekerheidspensioen) ook worden belast in de verdragsluitende staat waaruit het of deze afkomstig is, in overeenstemming met de wetgeving van die staat, indien het totale brutobedrag ervan in enig kalenderjaar de som van 15.000 euro te boven gaat.
3.
Niettegenstaande de bepalingen van het eerste en tweede lid, mag een uitkering betaald krachtens de bepalingen van een socialezekerheidsstelsel van een verdragsluitende staat, niet zijnde een socialezekerheidspensioen, ook in die staat worden belast.
4.
Niettegenstaande de bepalingen van het eerste en tweede lid, indien dit pensioen of deze andere soortgelijke beloning, alsmede een lijfrente of socialezekerheidspensioen geen periodiek karakter draagt, kunnen deze inkomsten ook worden belast in de verdragsluitende staat waaruit deze afkomstig zijn.
5.
Niettegenstaande de bepalingen van het eerste, tweede, derde en vierde lid, mogen periodieke en nietperiodieke betalingen gedaan door een van de verdragsluitende staten of een staatkundig onderdeel daarvan aan een inwoner van de andere verdragsluitende staat als schadevergoeding wegens politieke vervolging of wegens een verwonding of schade ten gevolge van oorlog (met inbegrip van restitutiebetalingen) of van militaire of vervangende civiele dienst, een misdrijf, vaccinatie of soortgelijke omstandigheid uitsluitend worden belast in de eerstgenoemde staat.
6.
Een pensioen of andere soortgelijke beloning of lijfrente wordt geacht afkomstig te zijn uit een verdragsluitende staat voor zover de met het pensioen of de andere soortgelijke beloning of lijfrente samenhangende bijdragen of betalingen, dan wel de aanspraken op dit pensioen of deze andere soortgelijke beloning of lijfrente in die staat in aanmerking zijn gekomen voor een fiscale faciliëring. De overdracht van een pensioen of andere soortgelijke beloning of lijfrente van een in een verdragsluitende staat gevestigd pensioenfonds of aldaar gevestigde verzekeringsmaatschappij aan een pensioenfonds of verzekeringsmaatschappij gevestigd in een andere staat beperkt op geen enkele wijze de heffingsrechten van de staat genoemd in de voorgaande volzin.
7.
De bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende staten regelen in onderlinge overeenstemming de wijze van toepassing van het tweede lid. Zij beslissen tevens welke informatie de inwoner van een verdragsluitende staat ten behoeve van de juiste toepassing van het Verdrag in de andere verdragsluitende staat moet overleggen, met name om te kunnen vaststellen of voldaan is aan de voorwaarde als bedoeld in het tweede lid.
8.
Onder de term „lijfrente” wordt verstaan:
- a)
wat Nederland betreft: een lijfrente zoals genoemd in de Nederlandse belastingwetgeving, waarvan de uitkeringen deel uitmaken van het belastbaar inkomen uit werk en woning;
- b)
wat de Bondsrepubliek Duitsland betreft: een vaste som, periodiek betaalbaar op vaste tijdstippen, hetzij gedurende het leven, hetzij gedurende een vastgesteld of voor vaststelling vatbaar tijdvak, ingevolge een verbintenis tot het doen van betalingen, welke tegenover een voldoende en volledige tegenprestatie in geld of geldswaarde staat.