Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/23 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1095/2010, enz.
Artikel 16 Aanpakken of wegnemen van belemmeringen voor de afwikkelbaarheid
Geldend
Geldend vanaf 11-02-2021
- Bronpublicatie:
16-12-2020, PbEU 2021, L 22 (uitgifte: 22-01-2021, regelingnummer: 2021/23)
- Inwerkingtreding
11-02-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2020, PbEU 2021, L 22 (uitgifte: 22-01-2021, regelingnummer: 2021/23)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Indien de afwikkelingsautoriteit, in coördinatie met het afwikkelingscollege overeenkomstig de in artikel 17 bepaalde procedure, na de beoordeling overeenkomstig artikel 15 concludeert dat er wezenlijke belemmeringen bestaan voor de afwikkelbaarheid van een CTP, stelt de afwikkelingsautoriteit, in samenwerking met de bevoegde autoriteit, een verslag op dat zij bij de CTP en het afwikkelingscollege indient.
Het in de eerste alinea bedoelde verslag bevat een analyse van de wezenlijke belemmeringen voor de doeltreffende toepassing van de afwikkelingsinstrumenten en de uitoefening van de afwikkelingsbevoegdheden met betrekking tot de CTP, brengt in kaart welke gevolgen dit zal hebben voor het bedrijfsmodel van de CTP en bevat aanbevelingen voor gerichte maatregelen om deze belemmeringen weg te nemen.
2.
Het in artikel 14 vastgelegde vereiste dat afwikkelingscolleges tot een gezamenlijk besluit over de afwikkelingsplannen komen, wordt na indiening van het in lid 1 van dit artikel bedoelde verslag opgeschort totdat de maatregelen voor het wegnemen van de wezenlijke belemmeringen voor de afwikkelbaarheid door de afwikkelingsautoriteit zijn aanvaard overeenkomstig lid 3 van dit artikel of totdat is besloten tot alternatieve maatregelen overeenkomstig lid 4 van dit artikel.
3.
Binnen vier maanden te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het overeenkomstig lid 1 van dit artikel ingediende verslag stelt de CTP de afwikkelingsautoriteit mogelijke maatregelen voor om de in het verslag genoemde wezenlijke belemmeringen aan te pakken of weg te nemen. De afwikkelingsautoriteit stelt het afwikkelingscollege in kennis van elke door de CTP voorgestelde maatregel. De afwikkelingsautoriteit en het afwikkelingscollege beoordelen, overeenkomstig artikel 17, lid 1, onder b), of de maatregelen deze belemmeringen daadwerkelijk aanpakken of wegnemen.
4.
Indien de afwikkelingsautoriteit in coördinatie met het afwikkelingscollege, overeenkomstig de in artikel 17 bepaalde procedure, concludeert dat de door een CTP overeenkomstig lid 3 van dit artikel voorgestelde maatregelen de in het verslag aangegeven belemmeringen niet daadwerkelijk aanpakken of wegnemen, legt de afwikkelingsautoriteit alternatieve maatregelen voor aan het afwikkelingscollege met het oog op een gezamenlijk besluit overeenkomstig artikel 17, lid 1, onder c).
De in de eerste alinea bedoelde alternatieve maatregelen houden rekening met:
- a)
het gevaar voor de financiële stabiliteit dat uitgaat van die wezenlijke belemmeringen voor de afwikkelbaarheid van een CTP;
- b)
de waarschijnlijke gevolgen van de alternatieve maatregelen voor:
- i)
de CTP, inclusief haar bedrijfsmodel en operationele efficiëntie;
- ii)
haar clearingleden, en voor zover de informatie beschikbaar is, hun cliënten en indirecte cliënten, ook indien zij als ASI's zijn aangemerkt;
- iii)
gekoppelde FMI's;
- iv)
de financiële markten, inclusief handelsplatformen, die door de CTP worden bediend;
- v)
het financiële stelsel van ongeacht welke lidstaat of van de Unie in haar geheel, en
- vi)
de interne markt, en
- c)
de gevolgen voor het aanbieden van geïntegreerde clearingdiensten voor verschillende producten en van portefeuillemargining voor verschillende activacategorieën.
Voor de toepassing van de tweede alinea, onder a) en b), raadpleegt de afwikkelingsautoriteit de bevoegde autoriteit en het afwikkelingscollege en, waar passend, de betrokken aangewezen nationale macroprudentiële autoriteiten.
5.
De afwikkelingsautoriteit stelt de CTP schriftelijk, hetzij direct hetzij indirect via de bevoegde autoriteit, in kennis van de alternatieve maatregelen om belemmeringen voor de afwikkelbaarheid weg te nemen. De afwikkelingsautoriteit motiveert waarom de door de CTP voorgestelde maatregelen de wezenlijke belemmeringen voor de afwikkelbaarheid niet kunnen wegnemen en waarom de voorgestelde alternatieve maatregelen dat wel kunnen.
6.
De CTP stelt binnen een maand een plan voor om aan de alternatieve maatregelen te voldoen, met een redelijk tijdsbestek voor de uitvoering van het plan. Indien de afwikkelingsautoriteit dit nodig acht, kan zij het voorgestelde tijdsbestek inkorten of verlengen.
7.
Voor de toepassing van lid 4 kan de afwikkelingsautoriteit, na raadpleging van de bevoegde autoriteit en met inachtneming van een redelijk tijdsbestek voor de uitvoering:
- a)
verlangen dat de CTP dienstverleningsovereenkomsten, binnen de groep of met derden, herziet of opstelt om het verrichten van kritieke functies veilig te stellen;
- b)
verlangen dat de CTP haar maximale afzonderlijke en samengevoegde ongedekte blootstellingen beperkt;
- c)
verlangen dat de CTP wijzigingen aanbrengt in de manier waarop zij margins int en aanhoudt op grond van artikel 41 van Verordening (EU) nr. 648/2012;
- d)
verlangen dat de CTP wijzigingen aanbrengt in de samenstelling en het aantal van haar wanbetalingsfondsen, als bedoeld in artikel 42 van Verordening (EU) nr. 648/2012;
- e)
de CTP specifieke of periodiek in acht te nemen aanvullende informatievereisten opleggen;
- f)
verlangen dat de CTP specifieke activa afstoot;
- g)
verlangen dat de CTP specifieke bestaande of voorgestelde activiteiten beperkt of staakt;
- h)
verlangen dat de CTP wijzigingen aanbrengt in haar herstelplan, werkingsregels en andere contractuele regelingen;
- i)
de ontwikkeling van nieuwe of bestaande bedrijfsonderdelen of de verlening van nieuwe of bestaande diensten beperken of verhinderen;
- j)
wijzigingen verlangen in de juridische of operationele structuren van de CTP of eventuele groepsentiteiten waarover zij direct of indirect zeggenschap heeft, om ervoor te zorgen dat kritieke functies juridisch en operationeel van de andere functies kunnen worden gescheiden door de toepassing van afwikkelingsinstrumenten;
- k)
verlangen dat de CTP haar verschillende clearingdiensten operationeel en financieel scheidt, om bepaalde specifieke activacategorieën te isoleren van andere activacategorieën en, waar passend geacht, om samenstellen van verrekenbare transacties die betrekking hebben op verschillende activacategorieën te beperken;
- l)
verlangen dat de CTP een moederonderneming in de Unie opricht;
- m)
verlangen dat de CTP passiva uitgeeft die kunnen worden afgeschreven en omgezet of andere financiële middelen reserveert ter verhoging van de capaciteit tot verliesabsorptie, tot herkapitalisatie en tot aanvulling van voorgefinancierde middelen;
- n)
verlangen dat de CTP andere stappen onderneemt om ervoor te zorgen dat kapitaal, andere passiva en contracten verliezen kunnen opvangen, dat de CTP wordt geherkapitaliseerd of dat voorgefinancierde middelen worden aangevuld. Een van de te overwegen maatregelen kan met name zijn proberen opnieuw te onderhandelen over eventuele passiva die de CTP heeft uitgegeven, of contractvoorwaarden te herzien, om te waarborgen dat een eventueel besluit van de afwikkelingsautoriteit tot afschrijving, omzetting of herstructurering van dat passivum, instrument of contract zal worden uitgevoerd krachtens het recht van het rechtsgebied waaronder dat passivum of instrument valt;
- o)
indien de CTP een dochteronderneming is, overleg plegen met de bevoegde autoriteiten om de moederonderneming te verplichten tot het oprichten van een afzonderlijke holding om zeggenschap te hebben over de CTP, indien deze maatregel noodzakelijk is om de afwikkeling van de CTP te faciliteren en om negatieve gevolgen voor andere entiteiten van de groep te voorkomen die kunnen voortvloeien uit de toepassing van de afwikkelingsinstrumenten en de uitoefening van de afwikkelingsbevoegdheden;
- p)
interoperabiliteitskoppelingen van de CTP beperken of verbieden indien dat nodig is om negatieve gevolgen voor het verwezenlijken van de afwikkelingsdoelstellingen te voorkomen.