Einde inhoudsopgave
Vreemdelingenbesluit 2000
Artikel 8.26 [Nadere regelgeving]
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2016
- Bronpublicatie:
17-02-2016, Stb. 2016, 86 (uitgifte: 24-02-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-02-2016, Stb. 2016, 86 (uitgifte: 24-02-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
Onze Minister kan regels stellen over de rechten die vreemdelingen ontlenen aan de volgende verdragen:
- a.
het Europees Vestigingsverdrag (Trb. 1957, 20);
- b.
het Vluchtelingenverdrag (Trb. 1954, 88);
- c.
het Verdrag betreffende de status van staatlozen (Trb. 1955, 42);
- d.
de op 12 september 1963 te Ankara gesloten Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije (Trb. 1964, 217), het op 23 november 1970 te Brussel tot stand gekomen Aanvullend Protocol bij die overeenkomst (Trb. 1971, 70), Besluit 1/80 van de Associatieraad EEG-Turkije betreffende de ontwikkeling van de Associatie;
- e.
het Nederlands-Duits Vestigingsverdrag (Stb. 1906, 279);
- f.
het Nederlands-Zwitsers Tractaat (Stb. 1878, nr. 137);
- g.
het Nederlands-Amerikaans Vriendschapsverdrag (Trb. 1956, 40);
- h.
- i.
de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname inzake de binnenkomst en het verblijf van wederzijdse onderdanen met bijlage en protocol inzake verkregen rechten (1981) (Trb. 1981, 35);
- j.
de Associatieverdragen EG met Roemenië (PbEG 1994, L 357) en Bulgarije (PbEG 1994, L 358);
- k.
- l.
- m.
- n.
- o.
- p.