Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2015/2366 betalingsdiensten in de interne markt
Artikel 7 Aanvangskapitaal
Geldend
Geldend vanaf 12-01-2016
- Bronpublicatie:
25-11-2015, PbEU 2015, L 337 (uitgifte: 23-12-2015, regelingnummer: 2015/2366)
- Inwerkingtreding
12-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2015, PbEU 2015, L 337 (uitgifte: 23-12-2015, regelingnummer: 2015/2366)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
EU-recht / Marktintegratie
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
De lidstaten schrijven voor dat betalingsinstellingen, op het tijdstip waarop hun vergunning wordt verleend, over een aanvangskapitaal beschikken dat bestaat uit een of meer van de in artikel 26, onder a) tot en met e), van Verordening (EU) nr. 575/2013 bedoelde elementen, en wel als volgt:
- a)
wanneer de betalingsinstelling alleen de in bijlage I, punt 6, bedoelde betalingsdienst verricht, bedraagt haar kapitaal te allen tijde ten minste 20 000 EUR;
- b)
wanneer de betalingsinstelling de in bijlage I, punt 7, bedoelde betalingsdienst verricht, bedraagt haar kapitaal te allen tijde ten minste 50 000 EUR;
- c)
wanneer de betalingsinstelling een in bijlage I, punten 1 tot en met 5, bedoelde betalingsdienst verricht, bedraagt haar kapitaal te allen tijde ten minste 125 000 EUR.