Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 468/2014 vaststelling kader voor samenwerking binnen het Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme tussen de Europese Centrale Bank en nationale bevoegde autoriteiten en met nationale aangewezen autoriteiten (ECB/2014/17)
Artikel 59 Criteria voor vaststelling van significantie op basis van het belang van grensoverschrijdende activiteiten van een onder toezicht staande groep
Geldend
Geldend vanaf 15-05-2014
- Bronpublicatie:
16-04-2014, PbEU 2014, L 141 (uitgifte: 14-05-2014, regelingnummer: 468/2014 ECB/2014/17)
- Inwerkingtreding
15-05-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2014, PbEU 2014, L 141 (uitgifte: 14-05-2014, regelingnummer: 468/2014 ECB/2014/17)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Een onder toezicht staande groep kan slechts als belangrijk worden beschouwd door de ECB op basis van de grensoverschrijdende activiteiten van de groep, indien de moederonderneming van een onder toezicht staande groep dochterondernemingen, die zelf kredietinstellingen zijn, heeft gevestigd in meer dan één andere deelnemende lidstaat.
2.
Een onder toezicht staande groep kan slechts als belangrijk worden beschouwd door de ECB op basis van haar grensoverschrijdende activiteiten indien de totale waarde van haar activa meer is dan 5 miljard EUR en:
- a)
de verhouding van haar grensoverschrijdende activa ten opzichte van haar totale activa meer dan 20 % is, of
- b)
de verhouding van haar grensoverschrijdende passiva ten opzichte van haar totale passiva meer dan 20 % is.
3.
Artikel 52, lid 3, is van overeenkomstige toepassing.