Einde inhoudsopgave
Beleidsregel storing door het gewenste signaal van radiozendapparaten
Artikel 2 Vergunningen die verleend worden na inwerkingtreding van deze beleidsregel
Geldend
Geldend vanaf 15-05-2009
- Bronpublicatie:
24-04-2009, Stcrt. 2009, 87 (uitgifte: 13-05-2009, regelingnummer: AT-EZ/6279718.JZ)
- Inwerkingtreding
15-05-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-2009, Stcrt. 2009, 87 (uitgifte: 13-05-2009, regelingnummer: AT-EZ/6279718.JZ)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Informatierecht / Media
1.
Aan een vergunning als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, van de wet wordt op basis van artikel 16, eerste lid, onderdeel e, van het Frequentiebesluit in elk geval het voorschrift verbonden dat de vergunninghouder bij het gebruik van frequentieruimte geen ontoelaatbare belemmeringen mag veroorzaken.
2.
Het eerste lid vindt geen toepassing, indien aan de vergunning het voorschrift is verbonden dat het maximaal uitgestraalde vermogen 17 Watt e.i.r.p. of minder dient te bedragen.