Einde inhoudsopgave
Wet inkomstenbelasting 2001
Artikel 4.37 Herziening beschikking
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2010
- Redactionele toelichting
Deze wijziging vindt voor het eerst toepassing ten aanzien van belastingaanslagen of voor bezwaar vatbare beschikkingen die zijn vastgesteld of genomen na 31-12-2009.
- Bronpublicatie:
23-12-2009, Stb. 2009, 610 (uitgifte: 29-12-2009, kamerstukken: 32129)
- Inwerkingtreding
01-01-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2009, Stb. 2009, 610 (uitgifte: 29-12-2009, kamerstukken: 32129)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
1
Indien enig feit grond oplevert voor het vermoeden dat de verkrijgingsprijs te hoog is vastgesteld, kan de inspecteur de beschikking herzien bij voor bezwaar vatbare beschikking.
2
Een feit dat de inspecteur bekend was of redelijkerwijs bekend had kunnen zijn, kan geen grond voor herziening opleveren, behalve indien de belastingplichtige ter zake van dit feit te kwader trouw is. Artikel 16, tweede lid, aanhef en onderdeel c, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is van overeenkomstige toepassing.
3
De bevoegdheid tot herziening vervalt door verloop van vijf jaren na de datum van vaststelling van de beschikking, behoudens voorzover de verkrijgingsprijs was verschuldigd aan een natuurlijke persoon die niet in Nederland woont of een rechtspersoon die niet in Nederland is gevestigd, in welk geval de bevoegdheid tot herziening vervalt door verloop van twaalf jaren na de datum van vaststelling van de beschikking.