Einde inhoudsopgave
Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft
Artikel 80f [Inwinnen informatie over kennis consument evenredig aan complexiteit product]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2021
- Bronpublicatie:
05-03-2021, Stb. 2021, 129 (uitgifte: 15-03-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-03-2021, Stb. 2021, 129 (uitgifte: 15-03-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verzekeringsrecht / Algemeen
1.
Het inwinnen van informatie over de kennis en ervaring van de consument of cliënt, bedoeld in artikel 4:24, eerste lid, van de wet, is wat de hoeveelheid betreft evenredig aan de aard en complexiteit van het financieel product en de daarmee samenhangende risico’s. In ieder geval wordt informatie ingewonnen over:
- a.
de financiële producten waarmee de consument of cliënt bekend is;
- b.
het inzicht van de consument of cliënt in de eigenschappen en risico’s van het desbetreffende financieel product en de financiële dienst;
- c.
de mate waarin de consument of cliënt inzicht heeft in zijn eigen financiële situatie;
- d.
de behoefte van de consument of cliënt aan advies over het desbetreffende financieel product.
2.
In de waarschuwing, bedoeld in artikel 4:24, derde lid, van de wet wijst de financiëledienstverlener de consument of cliënt erop dat het inwinnen van advies raadzaam is.
3.
Een financiëledienstverlener mag vertrouwen op de door de consument of de cliënt verstrekte informatie over de in het eerste lid genoemde onderwerpen, tenzij hij weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat deze informatie gedateerd, onnauwkeurig of onvolledig is.
4.
Indien meerdere financiëledienstverleners betrokken zijn bij het verlenen van de financiële dienst aan de consument of cliënt wordt de informatie, bedoeld in het eerste lid, ingewonnen door de financiëledienstverlener die rechtstreeks door de consument of cliënt is benaderd voor het verlenen van de financiële dienst.
5.
Indien sprake is van het verlenen van een financiële dienst in combinatie met een andere financiële dienst of financieel product dient bij de beoordeling van de passendheid te worden nagegaan of de gehele dienstverlening of de combinatie van de financiële dienst en het financieel product passend is.
6.
De Autoriteit Financiële Markten kan nadere regels stellen met betrekking tot de wijze waarop de informatie over de kennis en ervaring, bedoeld in het eerste lid, wordt ingewonnen bij de consument of cliënt alsmede de formulering van de waarschuwing, bedoeld in het tweede lid.