Einde inhoudsopgave
Wijzigingswet Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1992
- Bronpublicatie:
28-10-1991, Stb. 1991, 583 (uitgifte: 26-11-1991, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 21961 Overheid.nl: 21961)
- Inwerkingtreding
01-01-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-1991, Stb. 1991, 690 (uitgifte: 24-12-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Wet van 28 oktober 1991, houdende aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Wet teboekgestelde Luchtvaartuigen (Stb. 1957, 72), voor wat betreft beslag op en executie van schepen en luchtvaartuigen, aan de regels betreffende executie en beslag, in dat wetboek opgenomen bij de Wet van 7 mei 1986 (Stb. 295)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Wet teboekgestelde Luchtvaartuigen (Stb. 1957, 72), voor wat betreft beslag op en executie van schepen en luchtvaartuigen, aan te passen aan de regels betreffende executie en beslag, in dat wetboek opgenomen bij de Wet van 7 mei 1986 (Stb. 295);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: