Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/1725 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG
Artikel 64 Recht op een doeltreffende voorziening in rechte
Geldend
Geldend vanaf 11-12-2018
- Bronpublicatie:
23-10-2018, PbEU 2018, L 295 (uitgifte: 21-11-2018, regelingnummer: 2018/1725)
- Inwerkingtreding
11-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-10-2018, PbEU 2018, L 295 (uitgifte: 21-11-2018, regelingnummer: 2018/1725)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Privacy / Algemeen
EU-recht / Instituties
Privacy / Bescherming persoonsgegevens
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
1.
Het Hof van Justitie is bevoegd kennis te nemen van alle geschillen over deze verordening, vorderingen tot schadevergoeding daaronder begrepen.
2.
Bij het Hof van Justitie kan tegen besluiten van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, met inbegrip van de besluiten op grond van artikel 63, lid 3, beroep worden ingesteld.
3.
Het Hof van Justitie heeft volledige rechtsmacht om de in artikel 66 bedoelde administratieve geldboeten te herbeoordelen. Het kan deze geldboeten binnen de grenzen van artikel 66 annuleren, verlagen of verhogen.