Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/784 inzake het tegengaan van de verspreiding van terroristische online-inhoud
Artikel 21 Monitoring
Geldend
Geldend vanaf 06-06-2021
- Bronpublicatie:
29-04-2021, PbEU 2021, L 172 (uitgifte: 17-05-2021, regelingnummer: 2021/784)
- Inwerkingtreding
06-06-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-04-2021, PbEU 2021, L 172 (uitgifte: 17-05-2021, regelingnummer: 2021/784)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Informatierecht / ICT
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
1.
De lidstaten verzamelen bij hun bevoegde autoriteiten en de onder hun rechtsmacht vallende aanbieders van hostingdiensten informatie over de maatregelen die zij overeenkomstig deze verordening in het vorige kalenderjaar hebben genomen, en zenden die informatie elk jaar uiterlijk op 31 maart aan de Commissie. Die informatie omvat:
- a)
het aantal uitgevaardigde verwijderingsbevelen en het aantal items met terroristische inhoud die verwijderd zijn of waartoe de toegang geblokkeerd is, en de snelheid waarmee die items verwijderd zijn of waarmee de toegang tot die items geblokkeerd is;
- b)
de op grond van artikel 5 genomen specifieke maatregelen, met inbegrip van het aantal items met terroristische inhoud die verwijderd zijn of waartoe de toegang geblokkeerd is, en de snelheid waarmee die items verwijderd zijn of waarmee de toegang tot die items geblokkeerd is;
- c)
het aantal door bevoegde autoriteiten verzonden verzoeken om toegang tot inhoud die aanbieders van hostingdiensten op grond van artikel 6 hebben bewaard;
- d)
het aantal ingestelde klachtenprocedures en door de aanbieders van hostingdiensten genomen maatregelen op grond van artikel 10;
- e)
het aantal ingestelde administratieve of gerechtelijke toetsingsprocedures en door de bevoegde autoriteit overeenkomstig het nationale recht genomen besluiten.
2.
Uiterlijk op 7 juni 2023 stelt de Commissie een gedetailleerd programma vast voor de monitoring van de outputs, resultaten en effecten van deze verordening. Het monitoringprogramma vermeldt de indicatoren en middelen waarmee en de tijdstippen waarop de gegevens en ander nodig bewijsmateriaal moeten worden verzameld. Het specificeert de maatregelen die de Commissie en de lidstaten bij het verzamelen en analyseren van de gegevens en ander bewijsmateriaal moeten nemen om de voortgang te monitoren en deze verordening op grond van artikel 23 te evalueren.