Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
Artikel 28 [Andere gevallen van niet-erkenning]
Geldend
Geldend vanaf 01-02-1973
- Bronpublicatie:
27-09-1968, Trb. 1969, 101 (uitgifte: 11-07-1969, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-1973
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-01-1973, Trb. 1973, 2 (uitgifte: 01-01-1973, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
1.
De beslissingen worden eveneens niet erkend, indien de bepalingen van de afdelingen 3, 4 en 5 van de Tweede Titel zijn geschonden, alsook indien het in artikel 59 bedoelde geval zich voordoet.
2.
Bij de toetsing of de in het vorige lid genoemde bevoegdheidsregels niet zijn geschonden, is de aangezochte autoriteit gebonden aan de feitelijke overwegingen op grond waarvan het gerecht van de Staat van herkomst zijn bevoegdheid heeft aangenomen.
3.
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, mag de bevoegdheid van de gerechten van de Staat van herkomst niet worden getoetst; de bevoegdheidsregels betreffen niet de openbare orde als bedoeld in artikel 27, No. 1.