Einde inhoudsopgave
Europees Verdrag inzake het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (ADN)
Artikel 22 Toetsingsconferentie
Geldend
Geldend vanaf 29-02-2008
- Bronpublicatie:
26-05-2000, Trb. 2001, 67 (uitgifte: 12-04-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
29-02-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-04-2008, Trb. 2008, 49 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Niettegenstaande de procedure waarin wordt voorzien in de artikelen 19 en 20 kan elke Verdragsluitende Partij, bij schriftelijke kennisgeving aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, verzoeken om het bijeenroepen van een conferentie ten behoeve van toetsing van dit Verdrag.
Een toetsingsconferentie waarvoor alle Verdragsluitende Partijen en alle in artikel 10, eerste lid, bedoelde staten worden uitgenodigd wordt bijeengeroepen door de Uitvoerend Secretaris van de Economische Commissie voor Europa indien, binnen een periode van zes maanden volgend op de datum van kennisgeving door de Secretaris-Generaal, niet minder dan een vierde van de Verdragsluitende Partijen hem kennis geeft van hun instemming met het verzoek.
2.
Niettegenstaande de procedure waarin wordt voorzien in de artikelen 19 en 20 wordt een toetsingsconferentie waarvoor alle Verdragsluitende Partijen en alle in artikel 10, eerste lid, bedoelde staten worden uitgenodigd eveneens bijeengeroepen door de Uitvoerend Secretaris van de Economische Commissie voor Europa na schriftelijke kennisgeving door het Administratief Comité. Het Administratief Comité dient een verzoek in indien dit wordt goedgekeurd door een meerderheid van de aanwezige leden van het Comité die hun stem uitbrengen.
3.
Indien een conferentie wordt bijeengeroepen uit hoofde van het eerste of tweede lid van dit artikel, nodigt de Uitvoerend Secretaris van het Economisch Comité voor Europa de Verdragsluitende Partijen uit om, binnen een tijdvak van drie maanden, de voorstellen in te dienen waarvan zij wensen dat de conferentie die bestudeert.
4.
Ten minste zes maanden voorafgaand aan de datum waarop de conferentie bijeen moet komen zendt de Uitvoerend Secretaris van de Economische Commissie voor Europa aan alle Verdragsluitende Partijen en aan alle in artikel 10, eerste lid, bedoelde staten de voorlopige agenda voor de conferentie toe, tezamen met de teksten van de voorstellen.