Einde inhoudsopgave
Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945
Artikel 15
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Redactionele toelichting
Goedgekeurd bij de wet van 15-11-2012, Stb. 574.
- Bronpublicatie:
02-08-2012, Stb. 2012, 361 (uitgifte: 08-08-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2012, Stb. 2012, 329 (uitgifte: 18-07-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. I van de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd (12-07-2012, Stb. 328).
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ouderen / Bijzondere onderwerpen
1.
Voor de in Nederland gevestigde uitkeringsgerechtigde en de uitkeringsgerechtigde op wie artikel 69, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet van toepassing is, bij wie de overeenkomstig artikel 8 vastgestelde grondslag niet hoger is dan het bedrag, bedoeld in het zevende lid, onder a, van dat artikel, wordt op de uitkering ten behoeve van de te zijnen laste komende premie van verzekering tegen ziektekosten een bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde toeslag verleend die per categorie van uitkeringsgerechtigden verschilt.
2.
Voor de niet in Nederland gevestigde uitkeringsgerechtigde, met uitzondering van de uitkeringsgerechtigde op wie artikel 69, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet van toepassing is, bij wie de overeenkomstig artikel 8 vastgestelde grondslag niet hoger is dan het bedrag, bedoeld in het zevende lid, onder a, van dat artikel, wordt op de uitkering een toeslag verleend gelijk aan het bij de toekenning van de periodieke uitkering eenmalig vast te stellen bedrag van de te zijnen lasten blijvende premie van verzekering tegen ziektekosten, doch ten hoogste tot een bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen bedrag.
3.
Het ingevolge het tweede lid vastgestelde bedrag van de ten laste van de uitkeringsgerechtigde blijvende premie van verzekering tegen ziektekosten wordt door de Sociale verzekeringsbank herzien:
- a.
jaarlijks, naar evenredigheid van de ontwikkeling van de standaardpremie, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel g, van de Wet op de zorgtoeslag,
- b.
bij het door de gerechtigde bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet,
- c.
bij veranderingen in de gezinssituatie van de gerechtigde, of
- d.
indien de Sociale verzekeringsbank van oordeel is dat het niet herzien van het vastgestelde bedrag gelet op het belang dat dit artikel beoogt te beschermen zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
4.
Indien de overeenkomstig artikel 8 vastgestelde grondslag meer bedraagt dan het bedrag, bedoeld in het zevende lid, onder a, van dat artikel, wordt de uitkering van de uitkeringsgerechtigde alleen dan vermeerderd met een toeslag wegens de premie van verzekering tegen ziektekosten, indien en voorzover de uitkering minder zou bedragen dan de uitkering, welke is afgeleid van het bedrag, bedoeld in het zevende lid, onder a, van dat artikel verhoogd met de in het eerste lid bedoelde toeslag.