Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen het Koninkrijk Noorwegen en het Koninkrijk der Nederlanden tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 3 Algemene begripsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 30-11-2013
- Bronpublicatie:
23-04-2013, Trb. 2013, 94 (uitgifte: 31-05-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-11-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2013, Trb. 2013, 236 (uitgifte: 25-11-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Voor de toepassing van deze Overeenkomst, tenzij de context anders vereist:
- a.
betekent de uitdrukking ‘Staat’ Noorwegen of Nederland, al naar de context vereist; betekent de uitdrukking ‘Staten’ Noorwegen en Nederland;
- b.
betekent de uitdrukking ‘Noorwegen’ het Koninkrijk Noorwegen, daaronder begrepen elk gebied buiten de territoriale wateren van het Koninkrijk Noorwegen waar het Koninkrijk Noorwegen, in overeenstemming met de Noorse wetgeving en in overeenstemming met het internationale recht, zijn rechten met betrekking tot de zeebodem en de ondergrond alsmede de natuurlijke rijkdommen daarvan kan uitoefenen; de uitdrukking omvat niet Svalbard (Spitsbergen), Jan Mayen en de van Noorwegen afhankelijke gebieden (‘biland’);
- c.
betekent de uitdrukking ‘Nederland’ het Europese deel van Nederland, met inbegrip van zijn territoriale zee en elk gebied buiten en grenzend aan zijn territoriale zee waarin het Koninkrijk der Nederlanden, in overeenstemming met het internationale recht, rechtsmacht heeft of soevereine rechten uitoefent;
- d.
betekent de uitdrukking ‘onderdaan’:
- 1.
elke natuurlijke persoon die de nationaliteit van een van de Staten bezit;
- 2.
elke rechtspersoon, vennootschap en vereniging die zijn of haar rechtspositie als zodanig ontleent aan de wetgeving die in een van de Staten van kracht is;
- e.
omvat de uitdrukking ‘persoon’ een natuurlijke persoon, een lichaam en elke andere vereniging van personen;
- f.
betekent de uitdrukking ‘lichaam’ elke rechtspersoon of elke eenheid die voor de belastingheffing als een rechtspersoon wordt behandeld;
- g.
heeft de uitdrukking ‘onderneming’ betrekking op het uitoefenen van een bedrijf;
- h.
betekenen de uitdrukkingen ‘onderneming van een van de Staten’ en ‘onderneming van de andere Staat’ onderscheidenlijk een onderneming gedreven door een inwoner van een van de Staten en een onderneming gedreven door een inwoner van de andere Staat;
- i.
betekent de uitdrukking ‘internationaal verkeer’ alle vervoer met een schip of een luchtvaartuig, geëxploiteerd door een onderneming waarvan de plaats van de werkelijke leiding in een van de Staten is gelegen, behalve wanneer het schip of luchtvaartuig uitsluitend wordt geëxploiteerd tussen plaatsen die in de andere Staat zijn gelegen;
- j.
betekent de uitdrukking ‘bevoegde autoriteit’:
- 1.
in Noorwegen, de Minister van Financiën of de bevoegde vertegenwoordiger van de Minister;
- 2.
in Nederland de Minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger.
- k.
omvat de uitdrukking ‘uitoefenen van een bedrijf’ mede het uitoefenen van een vrij beroep en het verrichten van andere werkzaamheden van zelfstandige aard;
- l.
betekent de uitdrukking ‘een pensioenfonds’ ieder lichaam dat:
- I.
inwoner is van een van de Staten; en
- II.
voornamelijk wordt geëxploiteerd voor het beheren of verstrekken van pensioenen; en
- III
- a.
in het geval van Nederland: erkend is en onder toezicht staat van De Nederlandsche Bank en van de Autoriteit Financiële Markten overeenkomstig de bepalingen van de Pensioenwet;
- b.
in het geval van Noorwegen: een vergunning heeft om pensioenovereenkomsten aan te gaan in overeenstemming met de bepalingen betreffende het toezicht van de Financiële Toezichthoudende Autoriteit van Noorwegen (Finanstilsynet).
2.
Voor de toepassing van de Overeenkomst door een van de Staten heeft, tenzij de context anders vereist, elke daarin niet omschreven uitdrukking de betekenis welke die uitdrukking heeft volgens de wetgeving van die Staat met betrekking tot de belastingen waarop de Overeenkomst van toepassing is.