Einde inhoudsopgave
Internationaal Verdrag inzake hulpverlening, 1989
Artikel 13 Criteria voor het vaststellen van het hulploon
Geldend
Geldend vanaf 14-07-1996
- Bronpublicatie:
28-04-1989, Trb. 1990, 109 (uitgifte: 31-07-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-07-1996
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-12-1997, Trb. 1997, 321 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Individuele gezondheidszorg
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het hulploon wordt vastgesteld met het oog op het aanmoedigen van hulpverlening, rekening houdend met de volgende criteria ongeacht de volgorde waarin zij hieronder zijn opgesomd:
- a.
de geredde waarde van het schip en de andere goederen;
- b.
de vakkundigheid en inspanningen van de hulpverleners, betoond bij het voorkomen of beperken van schade aan het milieu;
- c.
de mate van de door de hulpverleners verkregen gunstige uitslag;
- d.
de aard en ernst van het gevaar;
- e.
de vakkundigheid en inspanningen betoond door de hulpverleners bij de redding van het schip, de andere zaken en mensenlevens;
- f.
de door de hulpverleners gebruikte tijd, gemaakte kosten en geleden verliezen;
- g.
het risico van aansprakelijkheid en andere door de hulpverleners of hun uitrusting gelopen risico's;
- h.
de snelheid van de verleende diensten;
- i.
de beschikbaarheid en het gebruik van schepen of andere voor hulpverlening bestemde uitrusting;
- j.
de staat van gereedheid alsmede de doelmatigheid en de waarde van de uitrusting van de hulpverleners.
2.
De betaling van een in overeenstemming met het eerste lid vastgesteld hulploon geschiedt door alle belanghebbenden bij het schip en de andere goederen in evenredigheid met de geredde waarde daarvan. Een Staat die Partij is bij dit Verdrag mag echter in zijn nationale wetgeving bepalen dat de betaling van een hulploon door één van deze belanghebbenden geschiedt, met dien verstande dat die belanghebbende een recht van verhaal heeft jegens de andere belanghebbenden voor hun onderscheiden aandeel. Niets in dit artikel belet het gebruik van enig verweermiddel.
3.
Het hulploon, met uitzondering van rente en verhaalbare gerechtelijke kosten, mag de geredde waarde van het schip of de andere goederen niet overtreffen.