Einde inhoudsopgave
Vuurwerkbesluit
Artikel 1.4.1
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
20-06-2022, Stb. 2022, 291 (uitgifte: 11-07-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
1.
Degene die:
- a.
consumentenvuurwerk aan een groothandelaar ter beschikking stelt, of
- b.
professioneel vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik aan een ander ter beschikking stelt,
meldt voordat de terbeschikkingstelling plaatsvindt elektronisch het voornemen hiertoe bij Onze Minister. De melding wordt gedaan ten minste 48 uur voorafgaand aan de terbeschikkingstelling van de artikelen.
2.
In afwijking van het eerste lid is het degene die consumentenvuurwerk in de periode van 15 december tot 1 januari ter beschikking stelt toegestaan het voornemen hiertoe ten minste 24 uur van te voren elektronisch bij Onze Minister te melden.
3.
Bij de melding worden in ieder geval de volgende gegevens verstrekt:
- a.
de naam en het adres van degene die ter beschikking stelt,
- b.
de naam en het adres van degene aan wie ter beschikking wordt gesteld,
- c.
de datum waarop de artikelen ter beschikking worden gesteld, en de plaats waar deze worden opgeslagen, en
- d.
of het consumenten of[lees: consumenten- of] professioneel vuurwerk dan wel pyrotechnische artikelen voor theatergebruik betreft, het door de fabrikant bij de vervaardiging toegekende artikelnummer dat dient ter identificatie van het artikel, de CE-markering, het type vuurwerk of pyrotechnisch artikel voor theatergebruik, de NEM en per artikelnummer de hoeveelheid.
4.
Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld met betrekking tot de wijze waarop een melding langs elektronische weg wordt gedaan.
5.
Voor de berekening van de periode van 48 uur, bedoeld in het eerste lid, worden uren die vallen op een dag, niet zijnde een werkdag, niet meegerekend.