Einde inhoudsopgave
Besluit winst; landbouwproblematiek
4 Subsidies bosbouw
Geldend
Geldend vanaf 07-12-2018. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 23-11-2018
- Bronpublicatie:
23-11-2018, Stcrt. 2018, 68647 (uitgifte: 06-12-2018, regelingnummer: 2018-115091)
- Inwerkingtreding
07-12-2018, terugwerkend tot: 23-11-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-11-2018, Stcrt. 2018, 68647 (uitgifte: 06-12-2018, regelingnummer: 2018-115091)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Winst
Als een landbouwer zijn landbouwgrond uit productie neemt door daar tijdelijk of blijvend bos op te planten, kan hij daarvoor op grond van verschillende regelingen subsidies verkrijgen. Eén van de regelingen betreft de SBL. Deze regeling gold van 1993 tot 2000 en is met ingang van het jaar 2000 vervangen door de SN. Inmiddels is ook deze regeling met ingang van 1 januari 2007 vervallen. Ingevolge artikel 2 van de SBL werden bijdragen verstrekt:
- a.
in de kosten van de aanleg van bos op landbouwgrond en
- b.
ter compensatie van inkomensderving als gevolg van de aanleg van bos op landbouwgrond.
De onder b vermelde subsidie werd bij aanleg van tijdelijk bos gedurende 15 jaar verstrekt – tot het belastingjaar 2015 – en bij aanleg van blijvend bos verstrekt gedurende 20 jaar. Gelet op het voorgaande is het alleen nog mogelijk dat subsidies worden verstrekt voor blijvend bos. Onder blijvend bos wordt verstaan: bos waarvoor voorafgaand aan de aanleg geen vrijstelling is verleend op grond van de Beschikking vrijstelling meldings- en herinplantplicht.
Subsidies die in het kader van de onderneming worden verkregen, behoren tot de winst. Subsidies verkregen in het kader van een bosbedrijf, zijn mogelijk vrijgesteld op grond van de bosbedrijfvrijstelling (artikel 3.11 Wet IB 2001). Uit het arrest van de Hoge Raad van 16 december 1998, nr. 33 179, ECLI:NL:HR:1998:AA2586 , volgt dat subsidies voor het uit productie nemen van bouwland, worden toegekend in het kader van de uitoefening van het (voormalige) landbouwbedrijf, ook al gaat het uit productie nemen gepaard met bebossing. Dit betekent dat subsidies ingevolge artikel 2, onderdeel b, van de SBL niet alleen op bos, maar voor een substantieel deel betrekking hebben op het (voormalige) landbouwbedrijf. Het deel dat betrekking heeft op het (voormalige) landbouwbedrijf moet in de belastingheffing worden betrokken.
Onbenoemd Goedkeuring