Regeling alarmeringsdienst NL-Alert 2023
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
19-12-2022, Stcrt. 2022, 34404 (uitgifte: 28-12-2022, regelingnummer: WJZ/ 22099861)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2022, Stcrt. 2022, 34404 (uitgifte: 28-12-2022, regelingnummer: WJZ/ 22099861)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
1.
Zodra de aanbieder, met tussenkomst van de broker, een opdracht ontvangt om een NL-Alert uit te zenden, distribueert deze aanbieder het NL-Alert onverwijld en ongewijzigd, voor zover in dat gebied via zijn netwerk mobiele elektronische communicatiediensten worden aangeboden.
2.
In aanvulling op het eerste lid benadert de aanbieder het uitzendgebied zo goed mogelijk, gegeven de hierin en hierbuiten aanwezige cellen.
3.
De aanbieder distribueert een NL-Alert via cell-broadcast kanalen 4371 en 919, met dien verstande dat distributie op kanaal 919 slechts via 2G en 3G netwerken plaats hoeft te vinden.
4.
Een NL-Alert wordt door de aanbieder parallel gedistribueerd via al zijn huidige en toekomstige netwerkonderdelen die cell broadcasttechnologie kunnen ondersteunen en met gebruikmaking van alle voor het uitzendgebied benodigde cellen.
5.
De aanbieder reserveert de cell broadcast kanalen in de reeks van 4352 tot en met 6400 voor toekomstig door de Minister aan te geven gebruik.
6.
De aanbieder voorziet op al zijn netwerken een NL-Alert van hetzelfde unieke identificatienummer om de herhaalde weergave van een NL-Alert op een eindapparaat te voorkomen.
7.
De aanbieder beveiligt het uitzenden van NL-Alerts zodanig dat het uitsluitend via de broker mogelijk is een NL-Alert bericht uit te zenden.
8.
Ten behoeve van geofencing distribueert de aanbieder het uitzendgebied als onderdeel van het NL-Alert en stuurt tevens een geofencing trigger bericht via cell broadcast kanaal 4400.
9.
De verplichting, bedoeld in het achtste lid, geldt niet voor 2G en 3G netwerken.