Einde inhoudsopgave
Postwet 2009
Artikel 18a
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
04-06-2015, Stb. 2015, 212 (uitgifte: 17-06-2015, kamerstukken: 34024)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2015, Stb. 2015, 463 (uitgifte: 10-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
1.
De verlener van de universele postdienst vraagt advies aan consumentenorganisaties die de belangen behartigen van kwetsbare gebruikers van de universele postdienst over door hem voorgenomen wijzigingen in de uitvoering van de universele postdienst die het gevolg zijn van een wijziging van de eisen ten aanzien van het aantal en de spreiding van postvestigingen en brievenbussen.
2.
De verlener van de universele postdienst vraagt het advies, bedoeld in het eerste lid, ten minste vier maanden voorafgaand aan de datum waarop de voorgenomen wijziging wordt gerealiseerd, en stelt een termijn voor het uitbrengen van het advies van ten minste acht weken.
3.
De verlener van de universele postdienst geeft een schriftelijke reactie op het advies, bedoeld in het eerste lid, binnen zes weken na ontvangst van dat advies, met dien verstande dat de reactie in ieder geval wordt gegeven voorafgaand aan de datum waarop de voorgenomen wijziging wordt gerealiseerd. In de reactie geeft de verlener van de universele postdienst aan of het advies al dan niet wordt overgenomen en wat daarvan de redenen zijn.