Einde inhoudsopgave
Vreemdelingenbesluit 2000
Artikel 3.87a [Onderwijs]
Geldend
Geldend vanaf 23-05-2018
- Bronpublicatie:
09-04-2018, Stb. 2018, 107 (uitgifte: 19-04-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
23-05-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-04-2018, Stb. 2018, 107 (uitgifte: 19-04-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Vreemdelingenrecht (V)
1.
De aanvraag tot het verlengen van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd die is verleend onder een beperking verband houdend met studie, kan in ieder geval op grond van artikel 18, eerste lid, onder f, van de Wet worden afgewezen, indien de houder daarvan:
- a.
niet meer studeert aan een krachtens artikel 2c van de Wet als referent erkende onderwijsinstelling, of
- b.
niet overeenkomstig bij ministeriële regeling vastgestelde normen voldoende studievoortgang boekt.
2.
Voor de toepassing van artikel 18, eerste lid, onder a, van de Wet wordt geen verplaatsing van het hoofdverblijf buiten Nederland aangenomen als een onderzoeker of student tijdelijk verblijft in een andere lidstaat van de Europese Unie in het kader van mobiliteit in de zin van richtlijn (EU) 2016/801 en de gastovereenkomst dan wel de inschrijving als student geldig blijft.
3.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld omtrent de toepassing van het eerste lid, onder a, en het tweede lid.