Einde inhoudsopgave
Algemene Plaatselijke Verordening 2008
Artikel 4.17 Verontreiniging van de weg en het water
Geldend
Geldend vanaf 20-05-2020
- Redactionele toelichting
Wordt vanaf 18-03-2022 niet meer bijgewerkt. Zie voor de geldende tekst www.officielebekendmakingen.nl.
- Bronpublicatie:
22-04-2020, Gemeenteblad 2020, 123563 (uitgifte: 19-05-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-05-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-04-2020, Gemeenteblad 2020, 123563 (uitgifte: 19-05-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Algemene plaatselijke verordening
1.
Het is verboden de weg te verontreinigen.
2.
Het verbod geldt niet:
- a.
voor zover in het daar geregelde onderwerp wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer of
- b.
als de verontreiniging het redelijkerwijs niet te voorkomen gevolg is van werkzaamheden.
3.
Degene die de in het tweede lid, onder b bedoelde werkzaamheden verricht, reinigt de weg onmiddellijk na het beëindigen van de werkzaamheden of zoveel eerder als een toezichthouder dat vordert.
4.
Het is verboden zaken die een hinderlijke stank verspreiden, het water kunnen verontreinigen of verondiepen, voor de gezondheid schadelijk kunnen zijn of die blijven drijven, rechtstreeks in het openbaar water te deponeren dan wel zodanig te plaatsen dat deze in het openbaar water kunnen komen.
5.
Het vierde lid geldt niet voor zover in het daar geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de Plassenverordening Noord-Holland, de Verordening bescherming bodem- en grondwateren Noord-Holland of de Verordening verontreiniging oppervlaktewateren Noord-Holland.
6.
Het is verboden zaken te vervoeren dan wel te laden of te lossen, te hijsen of te vieren zonder zodanige voorzieningen te hebben getroffen dat wordt voorkomen dat de lucht, het water of de weg wordt verontreinigd.
7.
Het zesde lid geldt niet voor zover in het daar geregelde onderwerp wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer.