Einde inhoudsopgave
Regeling op het specifiek cultuurbeleid
Artikel 3.7 Wijze verdeling beschikbare middelen
Geldend
Geldend vanaf 29-11-2023
- Redactionele toelichting
Hoofdstuk 3, zoals dat luidde op 28-11-2023, blijft van toepassing op de subsidies verstrekt op grond van artikel 4a van de Wet op het specifiek cultuurbeleid voor de jaren 2021 tot en met 2024.
- Bronpublicatie:
20-11-2023, Stcrt. 2023, 32605 (uitgifte: 28-11-2023, regelingnummer: WJZ/42300229)
- Inwerkingtreding
29-11-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-11-2023, Stcrt. 2023, 32605 (uitgifte: 28-11-2023, regelingnummer: WJZ/42300229)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
1.
De minister beslist gelijktijdig op alle aanvragen op basis van een vergelijking van hun geschiktheid om bij te dragen aan de doelstellingen van de bij of krachtens de wet gestelde regels, aan de hand van de criteria, bedoeld in artikel 3.9, en de afwegingsaspecten, bedoeld in artikel 3.10.
2.
De minister vraagt de Raad om advies omtrent de te nemen besluiten op de aanvragen. De Raad stelt ten behoeve van zijn advisering een beoordelingskader vast aan de hand van de criteria, bedoeld in artikel 3.9 en de afwegingsaspecten, bedoeld in artikel 3.10.
3.
Indien na beoordeling van alle aanvragen een bepaald beschikbaar bedrag niet geheel wordt verleend, kan de minister het resterende bedrag toevoegen aan een ander subsidieplafond binnen die paragraaf onderscheidenlijk afdeling.
4.
Het derde lid is niet van toepassing op paragraaf 3.2.3.