Einde inhoudsopgave
Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte
Protocol 34
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1994
- Bronpublicatie:
02-05-1992, Trb. 1992, 132 (uitgifte: 11-09-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-12-1993, Trb. 1993, 203 (uitgifte: 31-12-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
betreffende de mogelijkheid voor rechterlijke instanties van de EVA-staten om het hof van justitie van de europese gemeenschappen te verzoeken een uitspraak te doen over de uitlegging van EER-regels die overeenkomen met EG-regels
Artikel 1
Indien in een zaak die bij een rechterlijke instantie van een EVA-Staat aanhangig is, een vraag wordt opgeworpen betreffende de uitlegging van bepalingen van de Overeenkomst die in essentie gelijk zijn aan de bepalingen van de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen, zoals gewijzigd of aangevuld, of van ter uitvoering daarvan aangenomen besluiten, kan die rechterlijke instantie zo nodig het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzoeken over deze vraag een uitspraak te doen.
Artikel 2
Een EVA-Staat die voornemens is dit protocol toe te passen, stelt de depositaris en het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen ervan in kennis in welke mate en volgens welke procedures het protocol op zijn rechterlijke instanties van toepassing zal zijn.
Artikel 3
De depositaris licht de overeenkomstsluitende partijen in over iedere kennisgeving krachtens artikel 2.