Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/2116 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013
Artikel 3 Vrijstellingen voor gevallen van overmacht en voor uitzonderlijke omstandigheden
Geldend
Geldend vanaf 07-12-2021
- Bronpublicatie:
02-12-2021, PbEU 2021, L 435 (uitgifte: 06-12-2021, regelingnummer: 2021/2116)
- Inwerkingtreding
07-12-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-2021, PbEU 2021, L 435 (uitgifte: 06-12-2021, regelingnummer: 2021/2116)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
Agrarisch recht (V)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
Voor de financiering, het beheer en de monitoring van het GLB kunnen overmacht en uitzonderlijke omstandigheden met name worden erkend in de volgende gevallen:
- a)
het bedrijf is zwaar getroffen door een ernstige natuurramp of extreme weersomstandigheden;
- b)
de veehouderijgebouwen op het bedrijf zijn door een ongeluk verloren gegaan;
- c)
al het vee of alle landbouwgewassen van de begunstigde of een gedeelte ervan zijn getroffen door een epizoötie, de uitbraak van een plantenziekte of de aanwezigheid van een plaagorganisme;
- d)
het volledige bedrijf of een groot deel ervan is onteigend, indien deze onteigening op de dag van indiening van de aanvraag niet was te voorzien;
- e)
overlijden van de begunstigde;
- f)
langdurige arbeidsongeschiktheid van de begunstigde.
2.
Wanneer een ernstige natuurramp of extreme weersomstandigheden als bedoeld in lid 1, punt a), een welbepaald gebied ernstig treft, kan de betrokken lidstaat dat hele gebied als ernstig door die ramp of weersomstandigheden getroffen gebied beschouwen.