Einde inhoudsopgave
Besluit Deelnemingsvrijstelling
8.9.1 Overname concern gevolgd door herstructurering
Geldend
Geldend vanaf 21-09-2024
- Bronpublicatie:
19-09-2024, Stcrt. 2024, 29714 (uitgifte: 20-09-2024, regelingnummer: 2024-20865)
- Inwerkingtreding
21-09-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-09-2024, Stcrt. 2024, 29714 (uitgifte: 20-09-2024, regelingnummer: 2024-20865)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Deelnemingsvrijstelling
Op grond van artikel 13d, negende lid, Wet Vpb wordt, bij de verkrijging van een deelneming van een verbonden lichaam, het opgeofferde bedrag ten tijde van de verkrijging niet hoger gesteld dan het bedrag hetwelk dat lichaam voor die deelneming heeft opgeofferd.
In de parlementaire geschiedenis is opgemerkt dat in dit kader de hardheidsclausule van artikel 63 AWR een rol zou kunnen spelen in gevallen waarin bijvoorbeeld het A-concern een B-concern overneemt. Bij een overdracht van een tot B-concern behorende deelneming kan het onder omstandigheden onredelijk zijn het opgeofferde bedrag te beperken tot hetgeen ooit is opgeofferd door het B-concern.1.
De hiervoor bedoelde onredelijkheid doet zich bijvoorbeeld voor in de situatie waarbij kort na de verwerving van het B-concern door belastingplichtige, een herstructurering plaatsvindt waarbij de aandeelhouder van het B-concern wordt ontbonden en vereffend en de deelneming van deze aandeelhouder als liquidatie-uitkering wordt uitgekeerd aan de belastingplichtige. Deze herstructurering kan ertoe leiden dat de belastingplichtige het door hem voor het B-concern betaalde bedrag niet meer vertaald ziet in het opgeofferde bedrag dat voor hem op grond van artikel 13d, negende lid, eerste volzin, Wet Vpb gaat gelden voor de deelneming die hij in het kader van de vereffening van de aandeelhouder heeft verkregen. In een dergelijke situatie acht ik het binnen de strekking van artikel 13d, negende lid, Wet Vpb passend dat het opgeofferde bedrag voor de in het kader van de vereffening verkregen deelneming niet wordt beperkt tot hetgeen de aandeelhouder van het B-concern heeft opgeofferd voor die deelneming. Daarom keur ik het volgende goed.
Goedkeuring
Ik keur onder de volgende voorwaarden goed dat de eerste volzin van artikel 13d, negende lid, Wet Vpb achterwege blijft bij de vaststelling van het opgeofferde bedrag voor de deelneming die in het kader van de vereffening van de aandeelhouder van een overgenomen groep is verkregen.
Voorwaarden
Voor deze goedkeuring gelden de volgende twee voorwaarden:
- a.
De ontbinding en vereffening van de aandeelhouder van de overgenomen groep vindt plaats in direct verband met en binnen een als redelijkerwijs te beschouwen korte tijdspanne na de verwerving van de overgenomen groep.
- b.
Het opgeofferd bedrag wordt gesteld op de waarde in het economische verkeer van de aandelen van de verkregen deelneming ten tijde van de vereffening van haar aandeelhouder, dan wel het oorspronkelijke opgeofferde bedrag dat belastingplichtige heeft voldaan voor de aandelen in de (vereffende) aandeelhouder als dit lager is.
In een situatie waarin de herstructurering niet plaatsvindt door middel van de ontbinding en vereffening van de aandeelhouder van de overgenomen groep, kan een verzoek om toepassing van de hardheidsclausule van artikel 63 AWR worden gedaan. Het verzoek moet worden gericht aan de Belastingdienst/Corporate Dienst Vaktechniek/Team Brieven en Beleidsbesluiten, Postbus 20201, 2500 EE Den Haag. Daar zal per geval worden beoordeeld of er aanleiding is tot toepassing van artikel 63 AWR.
Voetnoten