Einde inhoudsopgave
Aanvullend Protocol bij het Verdrag inzake de bestrijding van strafbare feiten verbonden met elektronische netwerken, betreffende de strafbaarstelling van handelingen van racistische en xenofobische aard verricht via computersystemen
Artikel 14 Territoriale toepassing
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2006
- Bronpublicatie:
28-01-2003, Trb. 2005, 46 (uitgifte: 23-02-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-12-2010, Trb. 2010, 334 (uitgifte: 24-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
Informatierecht / ICT
1.
Elke Partij kan, bij de ondertekening of bij de nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding, het gebied of de gebieden waarop dit Protocol van toepassing is nader aanduiden.
2.
Elke Partij kan, op elk later tijdstip, door middel van een aan de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa gerichte verklaring, de toepassing van dit Protocol uitbreiden tot ieder ander in de verklaring aangewezen grondgebied. Ten aanzien van dit grondgebied treedt dit Verdrag in werking op de eerste dag van de maand na het verstrijken van een tijdvak van drie maanden na de datum van ontvangst van de verklaring door de Secretaris-Generaal.
3.
Iedere overeenkomstig de twee voorgaande leden afgelegde verklaring kan, met betrekking tot elk in die verklaring aangewezen grondgebied, worden ingetrokken door middel van een aan de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa gerichte kennisgeving. De intrekking wordt van kracht op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een tijdvak van drie maanden na de datum van ontvangst door de Secretaris-Generaal van een dergelijke kennisgeving.