Einde inhoudsopgave
Procesreglement Hoge Raad der Nederlanden
4.4.6.1
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2024
- Bronpublicatie:
25-03-2024, Stcrt. 2024, 13992 (uitgifte: 26-04-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-03-2024, Stcrt. 2024, 13992 (uitgifte: 26-04-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Strafprocesrecht / Algemeen
Indien zich niet het in artikel 4.4.5.1. bedoelde geval voordoet dat de Hoge Raad aanstonds afziet van beantwoording van de prejudiciële vraag, wordt aan het openbaar ministerie en de raadsman of advocaat van betrokken procespartijen een termijn verleend van 30 dagen voor het indienen van schriftelijke opmerkingen. Zij worden van deze mogelijkheid door de griffier in kennis gesteld. De kennisgeving vermeldt op welke wijze de schriftelijke opmerkingen kunnen worden ingediend.