Einde inhoudsopgave
Aanpassing van bijzondere wetten aan de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Aanpassingswet vierde tranche Awb)
Artikel 11
Geldend
Geldend vanaf 05-03-2009
- Bronpublicatie:
05-03-2009, Kamerstukken 2009, 31124 (uitgifte: 05-03-2009, kamerstukken: A)
- Inwerkingtreding
05-03-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-03-2009, Kamerstukken 2009, 31124 (uitgifte: 05-03-2009, kamerstukken: A)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
De Telecommunicatiewet wordt als volgt gewijzigd:
- A.
Het opschrift van paragraaf 15.2 komt te luiden: § 15.2 Bestuurlijke boete en last onder dwangsom.
- B.
Artikel 15.2 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In het eerste en tweede lid wordt ‘tot toepassing van bestuursdwang’ vervangen door: tot oplegging van een last onder bestuursdwang.
- 2.
Het derde lid komt te luiden:
3
De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit is bevoegd tot oplegging van een last onder dwangsom ter zake van overtreding van artikel 6a.20, derde lid. Artikel 58 van de Mededingingswet is van overeenkomstige toepassing.
- 3.
In het vierde lid en vijfde lid wordt ‘is vereiste spoed als bedoeld in artikel 5:24, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht in elk geval aanwezig’ vervangen door: is van een spoedeisend geval als bedoeld in artikel 5:31, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in elk geval sprake.
- C.
Artikel 15.4 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Het eerste lid komt te luiden:
1
Onze Minister kan een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste € 450 000 ter zake van overtreding van de bij of krachtens de in artikel 15.1, eerste lid, bedoelde regels, alsmede van artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht.
- 2.
- 3.
Het vierde lid komt te luiden:
4
Het college kan een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste € 450 000 ter zake van overtreding van de bij of krachtens de in artikel 15.1, derde lid, bedoelde regels, niet zijnde regels bedoeld in het tweede lid, alsmede van artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht.
- 4.
Het vijfde lid komt te luiden:
5
Indien op grond van artikel 5.0.1, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht toepassing is gegeven aan artikel 51, tweede lid, onder 2°, van het Wetboek van Strafrecht, bedraagt voor de daar bedoelde overtreder de bestuurlijke boete, bedoeld in het tweede en derde lid, ten hoogste € 450 000.
- 5.
Het zesde en zevende lid vervallen en het achtste lid wordt vernummerd tot zesde lid.
- D.
- E.
Artikel 15.12 komt te luiden:
Artikel 15.12
De werking van een beschikking waarmee een bestuurlijke boete is opgelegd, wordt opgeschort totdat de beroepstermijn is verstreken of, indien beroep is ingesteld, op het beroep is beslist.
- F.
Artikel 15.14 komt te luiden:
Artikel 15.14
Verzet schorst de tenuitvoerlegging van een dwangbevel dat strekt tot invordering van de bestuurlijke boete.
- G.
Artikel 15.15 komt te luiden:
Artikel 15.15
De te betalen geldsom van de opgelegde bestuurlijke boete, de verbeurde dwangsommen en de wettelijke rente komen toe aan de Staat.